21 januari 2008

Tasmanie




Hoewel we het eerst niet gepland hadden besloten we -op aanraden van de Australiers waarmee we onderweg praatten- toch een bezoekje aan Tasmanie te brengen. Aangezien het hoogseizoen is daar is zowel de boot als het vliegtuig erg duur, om ons uitgangspunt van zo weinig mogelijk vluchten te nemen geen geweld aan te doen opteren we dus voor de boot. Heen varen doen we 's nachts. Na een nacht een een stoel komen we een beetje geradbraakt maar vol goede moed op het eiland aan.

Na eerst de helft van onze bagage in Devonport (aankomsthaven) te hebben achtergelaten zetten we koers naar Cradle Valley, een nationaal park met enkele mooie meren en bergtoppen. Hier ligt ook de bekendste trekkingsroute van Australie, the Overland Track, een zesdaagse trektocht van lake Dove tot lake St Clair. Jammer genoeg hebben we daar de tijd niet voor, een wandelingetje van een vijftal uur rond het eerstvernoemde meer zal voor ons moeten volstaan. Toch zijn we blij dat we hier geraakt zijn, aangename (lage) temperatuur en prachtige, constant veranderend landschap. 's Avonds slapen we op een camping aan de inkom van het park, de eerste nacht dat we onze Belgische slaapzakken effectief kunnen gebruiken!

De volgende dag vervolgen we onze weg naar de Westkust. In de vroege namiddag komen we aan in Strahan, een kustplaatsje aan de inham van een rivier. Hier ligt ook het oudste gevangeniseiland van Tasmanie op enkele km uit de kust, Sarah's Island. Na onze tent te hebben opgezet biedt een vriendelijke medekampeerder ons aan om meer te rijden tot op de tip van het land, daar waar de rivier de zee instroomt, prachtig strand en idyllische foto's met een vuurtoren op een eenzaam eilandje vormen het panorama.

Onze derde dag staat Hobart, de hoofdstad van de staat, op het programma. het blijkt een aangename stad met, naar Australische normen, behoorlijk wat historische invloed. Er is zelfs een hele wijk waar je je haast in een Zuid Engels dorp waant. Geen wonder dat de eerste immigranten zich hier vestigden. Ook de streek rond de stad doet erg Engels aan, het grootste verschil ligt waarschijnlijk daarin dat hier zo ongeveer alles groeit, van geimporteerde olijfbomen tot dennen.


De laatste dag was een regenachtige en gebruikten we dan maar om in alle rust uit te slapen in Hobart en tot in Devonport te geraken. Voor zij die er zijn geweest, de weg terug leek sterk op zuid-Engeland, met weinig bomen, veel gras en hoofdzakelijk kleine koeien.

1 opmerking:

Freija zei

http://latijnsamerika2007.web-log.nl/

hihi.