29 januari 2008

Taupo

Maori wordt uitgesproken zoals het nederlands, dat is lastig voor engelsen, maar voor ons is het best wel makkelijk. Een groot aantal plaatsnamen is trouwens maori en betekent iets als berg naast het bos ofzo. Goed wat Taupo is weet ik niet van buiten, maar het is alleszins maori en als jullie het willen weten zoeken we het wel eens op. Het meer dat naast Taupo ligt is gigantisch en toen wij er waren waren er net de wereldkampioenschappen laser-zeilen wat een mooi uitzicht verzekerde. We sliepen er op een perfect onderhouden gratis camping naast de rivier, vielen s avonds binnen op een volksdans feestje van middeleeuwenidioten en namen een bad in warme bronnen. Verder naar het zuiden!

Auckland II

Ons verblijf in Auckland duurde 2 etmalen, waarin we de stad verkenden en het stadsmuseum. Dit laatste geeft een vrij goed overzicht van de geschiedenis van dit land. Nieuw-zeeland kende oorspronkelijk geen zoogdieren en dus ook geen mensen. Een goeie duizend jaar geleden zijn de polynesiers hier langs gekomen. Zij zijn geevolueerd naar de maori's, wat toch wat verschillend is van de polynesiers. Deze verschillen zitten dan vooral in de voorwerpen die ze maakten. Vermits er geen zoogdieren waren, was alles gemaakt van planten, vissen of vogels. Toen de blanken hier voet aan wal zetten, hebben ze dat relatief vredevol gedaan en hoewel er natuurlijk hier en daar wat zijn gesneuveld, merk je ook nu nog dat maori door elke nieuw zeelander wordt geaccepteerd als een volwaardige cultuur en de geschiedenis van hun land.

Verder zijn we per ongeluk op een rockconcert terecht gekomen van The exponents en The dudes. Voor ons onbekende groepen, die eerlijk gezegd, niet veel soeps brachten, maar enig onderzoek bij de locals leerde dat dit twee heel bekende 80's rockbands waren. Fijn want nu gebruiken we dat als opener om Nieuw-zeelanders te leren kennen.

We hebben besloten om eerst het zuideiland te bezoeken dus van Auckland gaan we recht naar beneden gaan, om een tandem te gaan huren in Christchurch.

26 januari 2008

Auckland

Snel een berichtje om jullie te laten weten dat wij sinds eergisteren op het Nieuw-Zeelandse grondgebied verblijven en alsdusdanig de vlucht overleefd hebben. Voor de rest weten we nu zeker dan dhr. Ing. A. Decuyper gaat trouwen met Mjuffr. Ing. S. Bogaert. Dus iedereen, drie hoeraatjes!!

21 januari 2008

Tasmanie




Hoewel we het eerst niet gepland hadden besloten we -op aanraden van de Australiers waarmee we onderweg praatten- toch een bezoekje aan Tasmanie te brengen. Aangezien het hoogseizoen is daar is zowel de boot als het vliegtuig erg duur, om ons uitgangspunt van zo weinig mogelijk vluchten te nemen geen geweld aan te doen opteren we dus voor de boot. Heen varen doen we 's nachts. Na een nacht een een stoel komen we een beetje geradbraakt maar vol goede moed op het eiland aan.

Na eerst de helft van onze bagage in Devonport (aankomsthaven) te hebben achtergelaten zetten we koers naar Cradle Valley, een nationaal park met enkele mooie meren en bergtoppen. Hier ligt ook de bekendste trekkingsroute van Australie, the Overland Track, een zesdaagse trektocht van lake Dove tot lake St Clair. Jammer genoeg hebben we daar de tijd niet voor, een wandelingetje van een vijftal uur rond het eerstvernoemde meer zal voor ons moeten volstaan. Toch zijn we blij dat we hier geraakt zijn, aangename (lage) temperatuur en prachtige, constant veranderend landschap. 's Avonds slapen we op een camping aan de inkom van het park, de eerste nacht dat we onze Belgische slaapzakken effectief kunnen gebruiken!

De volgende dag vervolgen we onze weg naar de Westkust. In de vroege namiddag komen we aan in Strahan, een kustplaatsje aan de inham van een rivier. Hier ligt ook het oudste gevangeniseiland van Tasmanie op enkele km uit de kust, Sarah's Island. Na onze tent te hebben opgezet biedt een vriendelijke medekampeerder ons aan om meer te rijden tot op de tip van het land, daar waar de rivier de zee instroomt, prachtig strand en idyllische foto's met een vuurtoren op een eenzaam eilandje vormen het panorama.

Onze derde dag staat Hobart, de hoofdstad van de staat, op het programma. het blijkt een aangename stad met, naar Australische normen, behoorlijk wat historische invloed. Er is zelfs een hele wijk waar je je haast in een Zuid Engels dorp waant. Geen wonder dat de eerste immigranten zich hier vestigden. Ook de streek rond de stad doet erg Engels aan, het grootste verschil ligt waarschijnlijk daarin dat hier zo ongeveer alles groeit, van geimporteerde olijfbomen tot dennen.


De laatste dag was een regenachtige en gebruikten we dan maar om in alle rust uit te slapen in Hobart en tot in Devonport te geraken. Voor zij die er zijn geweest, de weg terug leek sterk op zuid-Engeland, met weinig bomen, veel gras en hoofdzakelijk kleine koeien.

Melbourne

We zijn in Melbourne aangekomen op het ideale moment voor mensen die houden van tennis, maar het compleet verkeerde moment voor budget-reizigers. De hostels verdubbelen hun prijs vanwege de enorme vraag. Het hostel waar we nu verblijven kost normaal 15 dollar, maar nu zijn het er 30. Omdat we echter duidelijk maakten dat we niet van tennis hielden kregen we 3 dollar korting, hoera!

Melbourne behoort tot de oudere steden van Australie, wat het een van de eerste plekken maakt met enige historische architecturale waarde. We maakten dan ook een toeristische wandeling door steegjes en oude winkel centra die wel de moeite waard was. Zo stillaan begint ook te blijken dat hoe zuidelijker je gaat, hoe actiever de mensen worden: de outdoor- en fietswinkels zijn hier te vinden op elke hoek van de straat terwijl in noord-queensland mensen volgens ons nog nooit van een fiets gehoord hadden.

Verder bezochten we hier het film museum, de tuinen en een weerom interessante tentoonstelling over Aboriginal kunst. We zijn nu op het niveau gekomen dat we hun schilderijen min of meer kunnen lezen. Dat wil zeggen dat ze schilderen met symbolen en veel schilderijen vertellen dus een verhaal. Om een eenvoudig voorbeeld te geven: een U-vorm is een zittende mens, een >- symbool is een emoe die op wandel is, ~ is een slang, en zo verder.

We hebben wat informatie ingewonnen en we gaan vanuit Melbourne de oversteek wagen naar Tasmanie om daar in 4 dagen snel rond te kijken. Het gaat een sprintbezoekje worden maar we denken dat het echt de moeite zal zijn omdat veel mensen ons al heel de reis aanraden er naartoe te gaan. We vertrekken de 15de met de nachtferry en keren de 20ste met de dag ferry terug.

Candelo en Eden

Een zonnige late namiddag zaten we rustig voor een plaatselijke kruidenier in een klein dorpje te bespreken wat de verdere plannen voor de dag waren. Al gauw bleek dat wij hier eerder uitzondering dan regel vormden. Zo ongeveer elke klant deed een praatje met ons, zelfs de kruidenier kwam uit zijn winkel om te informeren wie we waren en wat we daar in godsnaam deden. Op een gegeven moment geraakten we zo aan de praat met een vrouw van middelbare leeftijd die 's avonds een feestje had bij haar ouders en ons zo graag aan hen wilde voorstellen dat we werden uitgenodigd. Haar ouders trokken enkele jaren geleden door Europa en vonden het geweldig nieuwe Europeanen te ontmoeten. Eerst sloegen we de uitnodiging wat bedeesd af, onze plannen hadden immers nog niet helemaal vorm gekregen. Toen ze echter een half uur later voor een pakje vergeten suiker terug aan de winkel stond en ons daar nog steeds aantrof was er geen ontkomen meer aan, we moesten en zouden het feest komen opluisteren met onze aanwezigheid.

Zo belandden we geheel onverwachts op een familiefeest met over de 20 man (en vrouw). Best een boeiende ervaring, we leerden het plaatselijke gebedje voor de maaltijd, hadden een boeiend gesprek over de Australische Uniting Church met een dominee van Sydney en aten een voortreffelijk avondmaal. Om de avond compleet te maken kregen we ook nog een zacht bed aangeboden in onze eigen vleugel van het huis, inclusief prive badkamer en toilet!

De volgende ochtend oversliepen we ons, gelukkig samen met onze gastheer en -vrouw. Na een uitgebreid ontbijt en bezoek aan de moestuin, stonden ze erop ons mee te nemen naar Eden, de dichtstbijzijnde kuststad voor een bezoek aan de haven. Onderweg maakten we nog een tussenstop in een dorpje waar de kangeroos vrolijk op straat rond sprongen. Na hier afscheid te hebben genomen vervolgden wij vanuit Eden onze weg richting Melbourne.

Canberra

Zonder al te veel boeiende zaken tegen te komen zijn we van Roma in een lange ruk tot Canberra gegaan. We zijn blijkbaar net op tijd uit de outback weg want het is daar beginnen regenen. Op zich zou dat geen probleem zijn, maar de grond daar absorbeert heel moeilijk vocht wat er toe bijdraagt dat alles bij het minste onderloopt. Volgens de verwachtingen zal de route die we namen over Longreach over enkele dagen onbruikbaar zijn en mogelijk wel enkele weken zo blijven.



Inmiddels zijn we dus in Canberra, de hoofdstad van Federaal Australie. Toen ze besloten om Australie te stichten was er een hoofdstad nodig en om al te veel gezever te ontlopen hebben ze dan maar "The Capital State" uit de grond gestampt en er een hoofdstad in gepoot. De stadsplanners hadden het gezonde verstand om te kiezen voor een grondplan dat er wat onordelijk uitziet en veel water, waardoor de stad een min of meer natuurlijke indruk geeft.

Onze eerste indruk van Canberra was heel leuk, vooral dan omdat dit de vriendelijkste stad lijkt die we tot hiertoe bezochten. Het is voor ons onmogelijk gebleken om ergens stil te staan en op de kaart te kijken zonder onmiddelijk aangesproken te worden. Toen we een telefooncel zochten kregen we onmiddelijk een gsm onder onze neus geschoven. Ook de buschauffeurs doen hier hun uiterste best je te helpen, echt wel bijzonder.

In Canberra bezochten we het Australian museum, waar we voor de eerste keer een behoorlijk goed overzicht kregen van hoe de immigranten zich hebben gedragen. Dat gaat dan deels over hoe ze de aborignals behoorlijk hebben uitgedund, maar ook hoe ze verschillende planten en dieren invoerden die zich iets sneller verspreidden dan gepland (of iets meer schade berokkenden dan gepland).

Daarna namen we een kijkje aan het parlement en in de ambassade wijk. Algemeen is Canberra een aangename, vriendelijke stad met veel groen. Het is wel een kleine stad dus dat verklaard misschien ook waarom dit alles mogelijk is.

De "outback"

Na Mt Isa werd het tijd om naar het zuiden te gaan, vermits we Canberra en Melbourne nog niet bezocht hadden. Daarvoor waren er twee mogelijkheden: terug langs de kust, of recht door de outback, de zone waar niet zoveel volk woont en de dorpen soms enkele honderden km uit elkaar liggen. De keuze was snel gemaakt aangezien de kust vergeven is van backpackers en wij die niet zo graag zien.

Van Mt Isa ging het dus over Winton naar Longreach, waar we een eerste nacht doorbrachten. We hadden de pech dat de regen net een week voor ons gepasseerd was en alles dus naar australische normen heel groen was. Spijtig, want wij wilden net het rode stof ervaren, maar goed, misschien toch beter dat het af en toe eens regent. De dorpen die we nu tegenkomen zijn klein en hebben iets van het wilde westen. Ondanks het feit dat het er ook nog warm is, zijn ze al veel aangenamer dan Mt Isa.

Na onze nacht in Longreach zijn we dan verder gegaan naar Barcaldine tot in Roma waar we opnieuw een nacht doorbrachten. Terwijl je de kust nadert, zie je opnieuw meer bomen en meer groen. En, voorwaar, de temperaturen worden weer aangenaam, heerlijk ...

12 januari 2008

Cloncurry en Mount Isa

Van Charters towers zijn we verder naar de minst aangename steden gaan kijken. Knal naar het westen vind je Cloncurry een transit stad voor eenieder die naar Mount Isa wil. Dat wilden wij en om ons alvast voor te bereiden vroegen we een van de inwoners hoe mount isa eruit zag. Het antwoord:" Ever been to hell?" Wel, nu dus wel. Maar voor toeristen viel het best mee, enkel de temperatuur is echt niet te doen: in de zon loopt de temperatuur er op tot 47 graden. Als ervaringsdeskundigen kunnen wij melden dat dat echt warm is.

Verder is mount isa een mijnstad, dus gingen we een mijn bezoeken. Dat was best nog wel interessant, maar na anderhalve dag in de hitte hadden we het wel gezien, tijd om de plaat te poetsen dus!

2 januari 2008

Ravenshoe

Na Kuranda zijn we dan voort gegaan richting Atherton tablelands. Voor zover we kunnen begrijpen gebruiken ze hier tablelands voor hoogland. Per toeval belandden we bij de familie Jonnson die ons een plaats voor onze tent aanboden. De familie bezit zo ongeveer alles ten noorden van Ravenshoe, want toen we een heuvel op hun land beklommen ging het ongeveer zo: dat land daar links achter de weg dat is van mijn nonkel, daar achter dat stukregenwoud dat we vroeger gekocht hebben daar woont mijn tante, ... Enfin, van patatten uitdoen kan je dus ook rijk worden.

We kregen daar ook avondeten, een douche,... perfect en gratis. De volgende ochtend kregen we een lift van een van de werknemers naar Ravenshoe city. Daar woont dus twee man en ne paardekop, maar het leek ons een goede uitvalsbasis om het echte regenwoud eens te gaan verkennen, zonder asfalt, zonder bordjes,... (wel een wandelpad uiteraard)

Een goede twee uur later stonden we met ons dagrugzakje, water en eten voor het regenwoud klaar om tarzan en jane te spelen. Een uur later stonden we al terug buiten, aangevallen door bloedzuigers en na een eerder ongename ontmoeting met een "stinger tree". Erik kreeg de volle laag van de plant op zijn linker been en ondanks een pijnlijke kreet deed Margo praktisch hetzelfde.

Omdat er al vrij snel veel pijn ontstond en Erik krampen kreeg in de bovenbeen spieren, dachten we dat het toch slim was om zo snel mogelijk terug te keren. Aangekomen in het dorp kregen we te horen welke plant we hadden ontmoet. De stinger tree, staat vol naaldjes die zich een drietal millimeter diep in je huid boren. Kleine vlaggetjes steken uit en zorgen dat een fris windje langs je benen verandert in een stevig speldenkussen. De pijn kan een drietal weken aanhouden en kan tot twee maanden later nog terugkeren bij het betreden van koud water.

Niet bijster goed gestemd, zijn we dan naar de apotheek gegaan, op zoek naar een remedie: die bestaat: waxen! Met de wax trek je de vlaggetjes en soms ook de hele naaldjes terug uit je been. Helaas ook al het haar en dat wil wel eens pijnlijk zijn. Fotos volgen. Inmiddels (2 dagen later) is de pijn gezakt tot een matige prikkeling, dus de verhalen waren blijkbaar toch overdreven.

Cairns weer in en Cairns weer uit ... Kuranda

Na Port Douglas terug in het zuiden, relatief gezien dan toch, het oorspronkelijke plan was om hier op zoek te gaan naar enige info m.b.t. de aboriginal cultuur, helaas bleek de dichtstbijzijnde plek waar dat kon een soort van duur bokrijk te zijn als we de gevonden info goed interpreteerden. Hoe dan ook hadden we een plek nodig om onze natte en beslijkte tent te drogen na de eerste tropische regens in Port Douglas.

Cairns is echter ook de beste plek om onze tocht door het binnenland te starten. We begonnen met een uitstap naar Kuranda, een dorpje in de "bergen" boven de stad waar het regenwoud nog ongerept zou moeten zijn. Afgezien van enkele toeristische markten en een geasfalteerde wandeling zal het dat wel geweest zijn. Met onze grote rugzakken bij ons vatten we ook de 2.5km lange wandelin aan naar de watervallen buiten het dorp. Gelukkig arriveerden we net op tijd want na de eerste foto's begon het terug te regenen en verdwenen de watervallen al gauw achter een mistgordijn.

Port Douglas

Hoewel we oorspronkelijk niet verder noordelijk wilden gaan dan Cairns waren we dus toch al noordelijker. Waarom er dan geen schepje bovenop doen? Alles dat noordelijker ligt dan Port Douglas is ofwel een absoluut gat, ofwel een reservaat voor Aboriginals, ofwel de twee. Op zich is er niks mis met Aboriginals, maar we zijn inmiddels wel geinformeerd dat veel van hen alcohol verslaafd zijn en dat het wijs is om geen problemen te zoeken. Overigens ligt er ook geen weg die toegankelijk is voor normale voertuigen, dus Port Douglas wordt ons noordelijkste punt.

De eerste dag, hebben we een busje genomen naar Mossmans gorge, een stukje toegangkelijk gemaakt regenwoud een beetje noordelijk van Port Douglas. We kunnen dus nu melden dat regenwoud er wel degelijk uitziet als regenwoud in de zoo: heel veel planten, bordjes met heel veel dieren erop en geen dier dat je te zien krijgt.

Volgens onze bronnen is het Grote Obstakel rif in te delen in twee types: zacht koraal en hard koraal. Toen we in de Whitsundays waren hebben we zacht koraal gezien, daarom leek het dus logisch om nog eens een toertje te doen richting hard koraal. Door de suikerplantages wordt het water troebel in de buurt van de kust (grond spoelt makkelijker weg). Port Douglas biedt dus de beste mogelijkheden om het noordelijkste deel van het GOR te bezoeken. 300 dollar, 1 dag, 8 muffins en een uitgebreide lunch later, kunnen wij dat beamen. Fotos weerom op ons analoog wegwerp dingetje = wachten.

Tijd om terug naar het zuiden te gaan !

Palm Cove

Voor de kerstdagen besloten we de stadsdrukte te ontvluchten en vertrokken naar Palm Cove, een van de stranden ten noorden van Cairns. De stedelijke camping was prachtig gelegen, vlak aan de zee met een publieke bbq haast op het strand. Jammer genoeg was de vrouw die ze uitbaatte iets minder aangenaam, na de nodige discussie omdat we haar in de namiddag van de 24ste nog stoorde, mochten we echter toch ons tentje opzetten. Kerrstavond wordt in Australie blijkbaar niet echt gevierd, dus deden ook wij het kalm aan.
Kerstdag werd in stijl gevierd met een lange wandeling langs het witte strand dat de verschillende dorpen langs de kust verbindt. Gewend aan de drukke en volle kustlijn in Belgie is deze baai een echte verademing. Aangezien alle bebouwing schuilgaat achter een bomenrij is vanop het strand alleen een groene afboording zichtbaar. Door de verzengde hitte is ons kerstmaal echter beperkt gebleven tot wat fruit en, helaas, mislukte pannekoeken.

Cairns

Vanuit Townsville zijn we maar ineens verder getrokken tot in Cairns aangezien de steden onderweg volgens de locals niet bijster boeiend waren. In Cairns hebben we voor het eerst sinds lang in een kamer geslapen en dan nog wel een met airconditioning. In plaats van om 6 uur uit de tent te drijven in het zweet hebben we dus tot 8 uur geslapen. Cairns is zowat de noordelijkste grote stad en behoorlijk toeristisch. Aan de kust vind je de obligate esplanade en zwem-lagune (dit nog steeds vanwege het grote aantal dodelijke beestjes in het zeewater). Verder een jachthaven wat winkelcentra en horeca. Omdat we toch maar hier geen kerst wilden vieren zijn we maar 1 nacht gebleven. Eventueel komen we hier nog terug om naar het Grote Obstakel Rif te gaan.