12 november 2017

Slechte toeristen

Wij zijn slechte Australië toeristen, of dat vinden we toch zelf. We begrijpen namelijk vaak niet wat er eigenlijk te zien is en hoe je dat dan best bekijkt. In het ons bekende Europa is het simpel: ga je naar een stad, dan ga je naar het centrale plein, slentert wat door de oude straatjes die daar rond liggen, loopt een museum binnen en eet 's avonds op één van de terrasjes een lokaal gerecht terwijl je de gesprekken van de locals afluistert. Ga je naar de bergen, dan slaap je in een bergdorpje van waaruit ongetwijfeld enkele paden vertrekken naar het dorpje hoger, het dorpje lager en wie weet naar een dorpje in een andere vallei, onderweg kom je een berghut tegen als het ver is en anders ben je tegen de middag alweer in een ander dorpje. Simpel dus (althans vanuit ons perspectief).

Australië is niet erg oud, en steden zijn gebouwd zonder centraal plein en in een dampoortpatroon. Op de kaart aflezen wat er interessant is, is dus al geen evidentie en het oudste gebouw dat je aantreft is zelden ouder dan onze middelbare scholen. Het wauw gevoel is dus altijd eerder beperkt. Alle straten zijn gevuld met auto's (en gek genoeg zijn de winkelstraten meestal ook de verkeersassen) dus rondslenteren is ook niet echt fun. Hoe je dus "a lovely town" bezoekt is ons nog altijd niet duidelijk. Voorlopig volharden we dus in onze slenter methodiek, waarbij het vinden van interessante locaties vaak eerder toevallig is dan gewild. (mede omdat de Aussie nogal houdt van Memorials, wat ons niet erg kan boeien).

De oude hoofdstraat van Williamstown, oorspronkelijk adminstratief centrum van de haven van Melbourne. Interessante gevels, maar veel meer dan er op deze foto te zien zijn, zijn er niet. Hoe bezoek je dan zo'n dorp?
In de bergen doen zich gelijkaardige problemen voor:

  • Er zijn geen paden van dorp naar dorp, want de dorpen liggen te ver uit elkaar en als er al een pad was vroeger, dan hebben ze er de enige weg die er is bovenop geploft.
  • Heel wat uitzichtspunten zijn gewoon attracties geworden waarbij je tot boven kan rijden en er bovenop de top dus een parking ligt en een restaurant staat. (Ja, we zijn dus verschillende keren beneden gaan parkeren om naar boven te wandelen met de top bereiken als doel om dan vast te stellen dat de Aussies massaal langs de andere kant naar boven zijn gereden. Het triomf gevoel van de top bereiken wordt daarmee nogal getemperd.)
  • Bergdorpjes hebben geen echte bestaanreden anders dan toerisme: landbouw is er genoeg naast de bergen en veel andere redenen om daar te gaan wonen zijn er niet, dus meestal bestaat het dorpje gewoon uit gebouwtjes waar je alle services voor toeristen kan vinden. 
De top van Mt Dandenong, de hoogste heuvel van de Dandenongs en volgens reisgidsen de plek om de skyline van Melbourne te bewonderen. We verwachtten dus een korte steile wandeling naar een top met obligaat metalen kruis en krakkemikkig houten bankje, maar belandden op deze parking die echt gewoon bovenop de top ligt.

Onze methodiek heeft dus behoefte aan bijschaven dachten we, tot we afgelopen week op "vakantie" gingen en voorwaar er toch in slaagden om enkele echt mooie plekken te ontdekken ondanks onze beperkte toeristvaardigheden....

Geen opmerkingen: