2 mei 2008

Uruguay

Om de rook in Buenos Aires te vermijden en Tom, een vriend van Erik, te ontmoeten, zetten we koers naar Uruguay. We namen de boot naar Colonia een mooi bewaarde Spaans/Portugese nederzetting die op de lijst staat van het UNESCO werelderfgoed. Vroeger legde de Spaanse kroon strenge handelsbeperkingen op aan Buenos Aires, Colonia is perfect gelegen om naar Buenos Aires te smokkelen en werd door zo ongeveer iedereen die graag smokkelde wel eens veroverd.

In Montevideo ontmoetten we Tom, onze man bij Jan de Nul, die daar een maand in het zand heeft gespeeld, resultaat: een nieuw stuk haven. Zoals onze stedebouwkundige echter terecht opmerkte: helaas in het midden van de stad zonder oog voor latere uitbreiding of ontsluiting. Verder wat musea zonder gids en eentje met een heel lief gidsJE dat traag Spaans sprak zodat we toch wel wat bijleerden. Eten doe je in Montevideo op een soort overdekte markt waar ze bijna letterlijk schijven beest roosteren en op je bord smijten. Best wel lekker, maar niet erg budgetvriendelijk. (naar lokale normen dan toch)

Een tussenstop in Punta del este, het Knokke van Buenos Aires, leverde niet veel op behalve hoogbouw en verlaten stranden. Toch nog het vermelden waard: in de jachthaven lag op de stijger een zeeleeuw een dutje te doen, toch een beetje vreemd vonden wij.

Om de Uruguayaanse kust ook eens vanuit een, letterlijk en figuurlijk, ander standpunt te bekijken trokken we daarna naar Punta del Diablo, een dorpje aan de zee op 40 km van de Braziliaanse grens waar in het laag seizoen (nu dus), helemaal niets te doen is. We genoten er van de rust en bezochten het ene Nationaal Park dat Uruguay rijk is. Helaas bleek het een Nationaal recreatiedomien te zijn en was er dus ook hier niet veel te zien.

Geen opmerkingen: