13 juni 2008

Het eiland van de zon


Van de drukte gingen we naar de rust. Na het grootste deel van onze spullen in Copacabana (stadje aan de oevers van het Titicacameer) te hebben achter gelaten begonnen we aan een wandeling op het vaste land naar het dorpje op de kust het dichtst bij het magische eiland. De wandeling gaf prachtige uitzichten en als volleerde Andesbewoners klommen we een oude Inkaweg op. Voor de verandering werden we eens alleen lastig gevallen door een enkeling die ons veel verder van het eiland reeds een boot wilde aansmeren. Vrolijk wimpelden we dit voorstel af en trokken verder tot het gezochte dorp waar we dan wel aanmonsterden voor de overzet.
Het Isla del Sol is een mythische eiland, zowel voor de Inka's, die er een aantal tempelcomplexen bouwden, als voor de Aymara, een vroegere beschaving die het hele eiland als heilig beschouwden. De Inka's zijn verdwenen en hun tempels zijn ruines geworden maar de Aymara leven er nog steeds, onwetende en minder onwetende toeristen vrolijk geld uit de zakken slaand. Over het hele eiland verspreid woont ongeveer 5000 man,voornamelijk in de twee grootste dorpen, Yumani en Chalapampa. tegen de stroom in kwamen wij dankzij onze wandeling op het vaste land aan in het eerste en verkenden daar eerst het zuiden van het eiland (dagtoers droppen mensen af in het noorden in laten ze via ¨de hoofdweg¨, een wandelpad van 1.5m breed, naar het zuiden wandelen waar ze weer worden opgeladen).
De eerste nacht sliepen we in Yumani en de volgende ochtend zetten we voor de drukte koers richting noorden. Om de menigte te vermijden besloten we een pad aan de achterzijde van het eiland te nemen dat vooral gebruikt wordt door de lokale ezel-en geitenhoeders en langs vaak, terecht bleek later, onbezochte ruines komt. Net toen we na even klimmen het recht (hmm) pad hadden teruggevonden werden we aangesproken door een herder die ook Aymara priester bleek te zijn. Hij onderhield ons gedurende meer dan een uur over alle spirituele eigenschappen van het eiland. De fronsende blikken van Erik verdwenen pas toen hij ¨dinero, dinero, dinero¨ (geld) verwierp maar verschenen al gauw weer toen verteld werd dat de ouderen van het eiland stormen verjagen met het roken van sigaren en het kauwen van cocabladeren, aangezien het eiland er nog steeds is heeft het blijkbaar wel gewerkt.

Het vervolg van de tocht bracht ook ons naar de grootste ruines aan de noordzijde. De moeite om te zien maar ze konden inderdaad niet op tegen de groostheid die het eiland in z'n geheel uistraalt. Tegen de late namiddag waren we terug aan de iets meer bewoonde wereld, het dorp Chalapampa en aangezien er alleen ´s morgens boten richting vaste land gingen bleven we hier maar slapen, wat een geluk, het bezorgde ons het schouwspel van ons leven. Reeds toen we aankwamen in het dorp lag er een groot cruisebootachtig gevaarte aan de enige steiger en stonden wat plaatselijke mannen en vrouwen in groepjes te kletsen. Net ingecheckt in onze kamer met zicht op het water hoorden we muziek, de show was begonnen. De opvarenden van de ongetwijfeld chique cruise kwamen van hun schip er werden als eerste blanken op het eiland ingehuldigd met bloemenkransen (waar die bloemen groeiden weten we tot op heden niet) en plaatselijke muziek. Een sympathiek hostess deelde aan de toeristen cadeautjes uit die zij op hun beurt aan de arme kindjes konden geven, ronduit ontroerend!
Na zoveel theater verlieten we de volgende dag het eiland.

Geen opmerkingen: