Gefacineerd door lange afstand fiets events zoals de Transcontinental Race, organiseerde ik in 2015 voor de eerste keer The Long Race Home voor een aantal vrienden: een fietsevent waarbij de deelnemers ongeveer 400 kilometer op 24 uur moesten afleggen langs een aantal controlepunten. In tegenstelling tot moderne fietswedstrijden, is er geen enkele vorm van ondersteuning: eten, rusten, reparaties en navigatie maken allemaal deel uit van de uitdaging. Van de 8 starters in 2015 kwamen er 6 aan binnen de 24 uur.
Dit is mijn verhaal van de editie van 2016:
7 oktober 14:00
Vandaag is de dag dat voor de tweede keer The Long Race Home, of TLRH plaats vindt. Na de geslaagde test vorig jaar trachtten we dit jaar wat meer mensen aan te trekken. Dat ging goed tot enkele weken voor de start waarna de ene afmelding na de andere in de mailbus viel. Als resultaat bestaat het beperkte deelnemersveld nu uit 13 man en een vrouw, waarvan het grootste deel veteranen zijn. Omdat ik het leuk vind, rijd ik zelf ook mee, maar enige voorbereidingstijd is er nog niet geweest. Tijd dus om een route te maken, banden op te pompen en een fietsbroek te zoeken.
Mijn voorbereiding bestond dit jaar uit één keer naar een vergadering in Geraardsbergen fietsen en op elke helling die ik sinds juli passeerde uit het zadel te klimmen. Met gemiddeld net geen 20 km per dag over de laatste 3 maanden, niet echt een zware voorbereiding dus. Mijn fiets is ook in woon-werk staat, zij het dat ik een zadeltas kocht en daardoor dit jaar de eerder zware Tubus voordrager kan thuislaten. Bekende gebreken aan de fiets zijn: versleten stuurlint, geen licht bij lage snelheden, geen standlicht, en een ketting die vorig jaar al deelnam en sindsdien 250 keer van en naar het werk is gefietst. Volledig klaar voor de strijd dus.
Na te controleren of de gps de gpx-bestanden correct vindt en benoemdt, pomp ik de banden nog even bij en rijd naar het afspraakpunt. De strategie is simpel: sneller fietsen dan vorig jaar is gezien de training, of het gebrek daaraan, utopisch, dus moet de stoptijd drastisch naar beneden. Daartoe heb ik nu een iets betere mix van eten mee, hoop ik, en neem ik me voor om enkel te rusten als ik rust nodig heb. Dat zou wel eens sneller kunnen zijn dan gehoopt want na een nachtje website prutsen heb ik al moeite om niet in slaap te vallen terwijl ik mijn route maak.
7 oktober 21:10
Het transport liep vlot, iedereen staat klaar aan het station van Charleroi-Zuid. Sommige weten wat ze gaan doen, andere vragen zich af waar ze zijn aan begonnen. Als we doorrijden blijkt alvast dat geen van de andere de warrige situatie aan het station zelf goed heeft bekeken. In groep rijden de anderen onmiddellijk naar een hoek van het plein waarvan ik weet dat je er niet weg kan. Dat bevestigd zien en de wetenschap dat ik inmiddels wel vertrokken ben, geeft de adrenaline boost om het tempo op te trekken. In de komende minuten zie ik nog af en toe een deelnemer kruisen of afslaan, maar al gauw wordt het rustig en is het enige geluid het zalige zoemen van een fiets in de nacht. Al is er af en toe een bijgeluid dat mij er doet aan denken dat ik misschien beter ook de ketting had gesmeerd, damn!
Af en toe zie ik Stijn die blijkbaar bijna dezelfde route volgt. Mijn fiets lijkt iets minder weerstand te hebben waardoor ik bij het afdalen iets wegrijd wat Stijn compenseert tijdens het klimmen. Ik probeer wat actiefoto's te nemen, maar het is aardedonker en de fluo spullen helpen niet om een goed resultaat te krijgen. De dorpjes waar we doorkomen zijn verbazingwekkend mooi en nog vrij levendig, maar de bidons zijn nog goed vol dus ik besluit niet te stoppen als het niet moet.
Vrij plots sta ik voor een slagboom, waarna de weg onverhard verder gaat. De weg leidt het bos in en ligt er goed bij, dit is leuk! Met een stevige vaart knerp ik door het bos, om weldra in de verte een knipperend rood lichtje te bespeuren dat ik snel nader. Het blijkt Arjan te zijn die zich met goede moed maar beperkte verlichting een weg aan het zoeken is. Ik wil aanbieden om in mijn lichtbundel te fietsen, maar hij slaat net af. Bovendien blijkt ons snelheidsverschil zo groot dat ik hem letterlijk voorbij vlieg. Enkele minuten later draai ik een hoofdweg op en wordt het terug stil. Arjan komt wat later op dezelfde baan terecht en ook Stijn bevindt zich niet ver van mij. Het tempo is moeilijk te evalueren: de wind en de helling zijn in het donker moeilijk in te schatten en de gps geeft snelheden aan tussen 16 en 50 km/u, geen idee dus of ik in mijn normale snelheidsbereik zit, maar het voelt niet slecht, dus geen vuiltje aan de lucht.
In het grensgebied met Frankrijk gaan we nog eens offroad om vervolgens knal op een mooi verlicht kasteel te botsen en direct erna de stille dorpskern van Givet te passeren. De klim naar Croix Scaille is zo lang en donker dat ik alle gevoel voor afstand of snelheid begin te verliezen, enkel de gps geeft aan dat ik effectief beweeg. De Milleniumtoren aan het checkpoint is zo gehuld in duisternis dat ik moeite heb met de contouren zelfs maar te onderscheiden. Desondanks is het hier best druk: bijna alle veteranen zijn hier en ik zie nog net Jurriaan vertrekken. Frederik en Dimitiri, Pieter en Ellen en Arjan zitten een eind achter ons en ik hoor dat Robin al terug vertrokken is.
In de twee minuten dat ik stilsta krijg ik het ijzig koud, ik heb enkel nog een regenjas als extra kleding en besef dat bij deze temperaturen ik deze nacht niet zal mogen stilstaan. Ik neem snel een foto (waar niets op te zien is) en draai terug de weg op. Nog 7 uur voor zonsopgang en een redelijke kans op een wat hogere temperatuur, zien of ik dat aankan zonder bijkomende stops.
Onderweg naar Bastogne doe ik wat organisator taken, waardoor ik tijd verlies. Maar globaal blijft het tempo goed, de klimmetjes stellen eisen aan mijn ongetrainde benen en ik voel wat pijn in mijn knieën opkomen, maar niets onverwacht dus zet ik door. Ik krijg gezelschap van Stijn die zijn gps niet blijkt te kunnen opladen in een leesbare positie en tijdens het laden dan maar naast me komt rijden. In Bastogne rammel ik van de honger en is mijn water bijna op, maar alles is gesloten. We stoppen even in het KBC kantoor waar ik Aldi-couscous verorber en na een klein kwartiertje zijn we terug op weg naar Ouren.
8 oktober 6:30
De eerste aanwijzingen van een nakende zonsopgang tekenen zich af aan de hemel. Het landschap, dat heel de nacht pikzwart was, begint zich af te tekenen gehuld in nevel slierten. Stijn en ik genieten van de prachtige zichten en de complete kalmte die er rust in dit gebied op dit uur terwijl we aan een stevige vaart afdalen naar Ouren. Geen video of foto kan dit gevoel vatten: die frisse wind, dat ontwakend landschap en als enige beweging twee vermoeide fietsers die langs de weg omlaag suizen, recht naar het drie landenpunt waar geen zinnige toerist op dit uur zou gaan naar kijken. Alles druipt van de dauw, in het dorp brand hier en daar een lampje maar op de postbode na is er geen teken van leven. Zalig.
Stijns gps is inmiddels geladen en hij heeft nog eten. Ik niet, bovendien is het nog koud, dus rijd ik onmiddellijk verder. Die kou is de beste ondersteuning voor mijn "geen stops" strategie die er is, ik zit inmiddels aan 190 km met slechts één significante stop. Een goed halfuurtje later zie ik echter een uitgebreide bakkerij en trakteer mezelf op croissants, broodjes en een ice-tea. Bij het tankstation ernaast vul ik water bij, hopelijk is het kraantje dat er staat wel degelijk drinkwater.
Het begint te miezeren, de Luxemburgers zijn geen fietsliefhebbers en mijn route loopt over grote wegen, de fun is er even af. Maar al snel doen de croissants hun werk en van zodra de wegen terug wat rustiger worden komt er terug wat animo in de motor. Ik ontmoet Jurriaan die blijkbaar wat zwaardere regen te verwerken kreeg. Hij nam de Vehnbahn en had dus minder klimwerk maar meer kilometers onder de wielen. Ondanks het feit dat hij de route tot hiertoe "best wel pittig" vond, reed hij fluks van me weg, wat gezien zijn staat van dienst natuurlijk geen verbazing hoeft te wekken. Wat wel verbazingwekkend was, was dat ik nog steeds op positie vier rondwaarde: alle toch iets beter getrainde helden van vorig jaar reden achter me, met uitzondering van Stijn die blijkbaar sneller had gegeten dan ik en inmiddels een 20-tal minuten voor me zat.
In mijn hoofd bestond dit deel van de route uit een paar valleitjes oversteken om vervolgens rustig richting CP3 af te dalen. Dat bleek een misrekening: mijn route sneed dwars op elke vallei en het bleef maar op en neer gaan. Mijn knieën begonnen last te ondervinden van de wrijving van het staand klimmen en mijn polsen waren niet blij dat ik mijn handschoentjes niet meer vond. Omdat ook het suikerniveau nu in vrije val was, maakte ik een voedingsstop aan een willekeurige delhaize en gaf mijn lijf even de tijd om het suikerniveau terug te stabiliseren.
CP3 diende zich daarna snel aan en zoals verwacht was de verplichte helling best wel steil. Ik besloot mijn knieën niet te martelen door hier omhoog te wroeten langs de fietsbare helling en ging te voet langs dus supersteile maar korte bypass. Snel een fotootje bij de kerk en hop, naar Holsbeek.
Ik probeerde het tempo hoog te houden, maar de fut was er wat uit. Nominaal toerental niet meer, niet minder, dat was alles wat er nog in zat. Mijn polsen zaten inmiddels in mijn regenhandschoenen te zweten, maar echt leuk vonden ze dat toch ook niet. Eens in Vlaanderen werd de toestand erger: op vele plaatsen was er een verplicht fietspad waarvan autogebruikers vinden dat je het moet gebruiken. De kwaliteit ervan is echter zo lamentabel dat pols- en nekpijn in sneltempo toenamen. Mijn brein focuste zich op het volgen van de gps en ik verloor elke zin voor oriëntatie tot ik plots aan de voet van de Chartreuzenberg stond. Fotootje en verder: vanaf dit punt tot in Duffel ontbreekt opnieuw elk gevoel van oriëntatie: de route blijft verziekt worden door rotte fietspaden. Honger slaat opnieuw toe, maar ik wil geen tijd verliezen en mijn dochter nog in bed kunnen leggen dus zet ik door.
In Duffel wijk ik af van wat volgens brouter de kortste route is en kies voor de mij bekende fietsostrade Mechelen-Antwerpen. Hoe ik het deed weet ik niet, maar mijn besluit om daarop even snel te rijden als normaal bleek te zorgen voor een boeiende tweede adem en met 390 km in de benen werkte ik de laatste 15 km af tegen een stevig tempo. Later zou blijken dat ik zelfs een PR reed op een strava segmentje hier. Voor het eerst sinds lang ging de snelheid weer regelmatig boven de dertig en in de Deurnestraat, vlakbij de finish tikte ik nog even de 40 aan. Pols en nek protesteerden plots niet meer en ook de knieën hadden het dankzij het hoog toerental en de hogere dagtemperatuur duidelijk wat makkelijker.
8 oktober 19u43
Bam! Ik ben er. Bijna anderhalf uur sneller dan vorige keer. 406 km sinds de start 22.5 uur geleden. Pijnlijke knieën, een stijve nek en zeurende polsen, allen overigens de volgende dag al bijna verdwenen. Eerst een praatje maken met Stijn en Jurriaan die nog nagenieten met een pintje. Robin is helaas alweer vertrokken, maar wat een impressionante rit!
Daarna wordt het tijd om de ontbrekende deelnemers te lokaliseren. Eerst is er even onduidelijkheid maar Frederik en Dimitri blijken de handdoek in de ring te hebben gegooid in Luik, toch dik voorbij het 200km punt. Wim, Hendrik, Hannes en Kristof blijken elkaar te hebben gevonden en zetten, ondanks de onhaalbare tijdslimiet van 24 uur door. Om 22u30 komen zo alle finishers aan. Tijd voor mij om af te ronden en een beetje bij te slapen.
Komt er meer? Misschien wel, ...