![]() |
A heeft het naar haar zin: een stoelverhoger, een flesje en een touchscreen met larven die misselijk worden (dat was toch ongeveer het plot). |
17 september 2017
10 uur
... Dat is het tijdverschil tussen Melbourne en Antwerpen. 21 uur vliegen en 4 uur transit dat leek ons niet niks met twee kleine hummels die bij voorkeur een speeltuin vernietigen in voor- en namiddag. We waren dan ook voorzien van filmpjes, fotos, spelletjes, speelgoed, eten, ... , maar het viel reuze mee. Geen (lang) gekrijs, geen medepassagiers die dreigen uit het vliegtuig te springen (ok, eentje beweerde gestampt te zijn geworden, maar dat leek ons nogal mee te vallen), geen noodlanding doordat een klein handje ergens een klepje heeft opengeprutst, neen, gewoon 25 uur intensief entertainen of slapen met een ronkende kl(p)euter op je schoot, er zijn ergere dingen.
12 april 2017
Op weekend?
U ziet:
- zitplaats voor 4
- kleding en spullen (fototoestel/flesjes/pampers/...) voor 4 (4 dagen)
- 2 draagdoeken
- 1 loopfiets
- 1 fietskar die ook als buggy dient
Brandstof: ijs
Kruissnelheid: 20-25 km/u
Parkeerkosten: geen - Fossiele brandstof verbruik: geen - Congestie bijdrage: geen - Fun factor: hoog
16 maart 2017
Over Macho's en feiten checken
Recent verscheen een column in De Morgen waarin het nut van fiets-o-strades werd in vraag gesteld en werd gepleit voor een verschuiving naar investeringen die vooral fietsen op korte afstanden aanmoedigen. In het artikel kwamen wat cijfers voor die mij de wenkbrauwen deden fronzen, dus hoog tijd om eens in de cijfers te duiken: de factcheck!
Alvorens van start te gaan: ik mailde met de auteur en besprak met haar de cijfers, alle cijfers behalve die van de fietsostrades komen uit het Onderzoek Verplaatsings Gedrag (OVG) dat min of meer jaarlijks geupdate wordt. De column werd deze week gepubliceerd, maar is al wat ouder en gaat dus nog niet uit van OVG5. De analyses die hier gemaakt worden, gebeuren wel op basis van de meest recente cijfers.
De hoofdstellingen in de column zijn:
Alvorens van start te gaan: ik mailde met de auteur en besprak met haar de cijfers, alle cijfers behalve die van de fietsostrades komen uit het Onderzoek Verplaatsings Gedrag (OVG) dat min of meer jaarlijks geupdate wordt. De column werd deze week gepubliceerd, maar is al wat ouder en gaat dus nog niet uit van OVG5. De analyses die hier gemaakt worden, gebeuren wel op basis van de meest recente cijfers.
De hoofdstellingen in de column zijn:
- mannen en vrouwen fietsen evenveel en op de fietsostrades zijn er meer mannen
- korte verplaatsingen met de fiets stimuleren is belangrijker dan lange verplaatsingen stimuleren omdat er een minder groot aantal potentiële fietsers is.
Fietsen mannen en vrouwen evenveel?
Er zijn twee manieren om dit te vergelijken: op basis van aantal verplaatsingen en op basis van aantal kilometers. Mannen doen meer verplaatsingen dan vrouwen, maar het verschil variëert tussen OVG4 en 5: in OVG4 is het verschil inderdaad slechts enkele procenten, in OVG5 is de verhouding 58/42 wat al een groter verschil is. Of het om een trend gaat, of dat de steekproef van de OVG's gewoon te klein is om betrouwbare cijfers te geven is niet zeker, al is de steekproef wel met zekerheid klein: ongeveer 1200 Vlamingen waarvan ongeveer 10% kan verondersteld worden als frequente fietser.
Een probleem met kijken naar het aantal verplaatsingen is de definiëring van een verplaatsing. Een verplaatsing wordt in OVG gedefinieerd als een verplaatsing over de openbare weg van een vertrekpunt naar een bestemming met één doel. Van thuis naar het werk is met andere woorden een verplaatsing, maar wie onderweg stopt bij de bakker, maakt twee verplaatsingen. Wie 10 km van zijn werk naar de bakker rijdt, ook stopt bij de supermarkt en zijn grootvader om uiteindelijk thuis te komen, heeft dus vier verplaatsingen gedaan waarvan één lange en drie korte. Het is dus verraderlijk om teveel op het aantal verplaatsingen te focussen.
Een probleem met kijken naar het aantal verplaatsingen is de definiëring van een verplaatsing. Een verplaatsing wordt in OVG gedefinieerd als een verplaatsing over de openbare weg van een vertrekpunt naar een bestemming met één doel. Van thuis naar het werk is met andere woorden een verplaatsing, maar wie onderweg stopt bij de bakker, maakt twee verplaatsingen. Wie 10 km van zijn werk naar de bakker rijdt, ook stopt bij de supermarkt en zijn grootvader om uiteindelijk thuis te komen, heeft dus vier verplaatsingen gedaan waarvan één lange en drie korte. Het is dus verraderlijk om teveel op het aantal verplaatsingen te focussen.
Op basis van het aantal kilometers is het verschil veel groter: mannen rijden bijna dubbel zoveel kilometers met de fiets als vrouwen. Dat verschil wordt slechts deels verklaard door het hoger aantal recreatieve kilometers voor mannen. Overigens is die mannelijke dominantie in aantal kilometers geen unicum voor de fiets: ook bij autogebruikers is het zo dat mannen zich gemiddeld verder verplaatsen dan vrouwen.
Zijn er meer mannen op fietsostrades?
De onderzoeken over het gebruik van fietsostrades hadden niet de intentie om een grondige telling te doen, maar onderzochten de motieven van de gebruikers door gebruikers te interviewen. De verdeling van het aantal participanten had dan ook niet als hoofdobjectief om qua geslacht een perfecte afspiegeling te vormen van de gebruikerspopulatie. Deze cijfers gebruiken is dus niet echt juist.
Toch kunnen we uit het OVG vermoeden dat er inderdaad meer mannelijke gebruikers zullen zijn: mannen rijden meer kilometers en fietsostrades dienen om grotere afstanden af te leggen. Dus kan je verwachten om meer mannen dan vrouwen aan te treffen op die infrastructuur.
Korte verplaatsingen stimuleren is belangrijker dan lange verplaatsingen stimuleren omdat er een minder groot aantal potentiële fietsers is.
De vraag die zich hier natuurlijk stelt is: hoe definieer je belangrijk? Welk belang hechten we aan dat iemand de fiets neemt of aan een gereden kilometer met de fiets? Als we kijken naar milieu effecten, dan telt elke kilometer of die nu wordt gereden in een lange of een korte verplaatsing. Veel verplaatsingen hebben is dan weer een motivatie om infrastructuur aan te passen en meer ruimte te geven aan fietsers. Uiteraard is de ideale evolutie (althans vanuit fietsersbond standpunt) dat zowel het aantal fietsverplaatsingen als de afgelegde afstand met de fiets stijgt. Maar is het zo dat er weinig fietsers lange afstanden fietsen en dat qua impact de korte verplaatsingen overheersen?
De cijfers in OVG laten ons niet rechtstreeks toe om die analyse te maken, maar we kunnen wel kijken naar de afgelegde afstand per dag. Als we uitgaan dat gemiddeld mensen ongeveer evenveel verplaatsingen doen per dag, dan weten we dus dat de fietsers die meer kilometers doe gemiddeld ook langere verplaatsingen doen. De onderstaande grafieken werden aangemaakt vanuit het tabelrapport, want het analyserapport gaat slechts summier in op fietsers.
Deze grafiek geeft het procentueel aantal fietsers dat op een dag een bepaald aantal kilometers aflegt. Er wordt gewerkt met groepen, in deze grafiek werd als afstand altijd het gemiddelde van boven en ondergrens weergegeven. Er is mooi te zien hoe de gewone fiets een vrij breed inzetveld heeft, met een top op 5 km per dag, terwijl dat bij de elektrische fiets een smaller veld wordt met een piek op 20 km per dag. Merk op dat het hier gaat om relatieve verhoudingen binnen fiets of elektrische fiets en dat er blauwe en oranje balkjes dus niet een gelijk aantal gebruikers vertegenwoordigen.
Om nu te weten welke bijdrage deze fietsers leveren aan het milieu en de het oplossen van de filedruk (we maken even abstractie van waar die fietsers fietsen, dat is ook niet opgenomen in de studie), kunnen we het relatieve aantal fietsers vermenigvuldigen met hun afgelegd aantal kilometers.
Dat geeft deze grafiek als resultaat (we laten de kolom met 40+ km fietsers even weg in het vermoeden dat het hier vooral om recreatief gebruik gaat):
Ondanks dat het aantal fietsers daalt naarmate ze meer afstand afleggen, daalt hun impact niet. Hun minder groot aantal wordt met andere woorden ruimschoots gecompenseerd door hun hoger aantal afgelegde kilometers. Tevens is goed te zien wat een verdere doorbraak van de elektrische fiets zou kunnen betekenen: doordat de gebruikers veelal meer afstand afleggen per dag hebben ze een veel hoger potentiële impact op het totaalplaatje.
De cijfers in OVG laten ons niet rechtstreeks toe om die analyse te maken, maar we kunnen wel kijken naar de afgelegde afstand per dag. Als we uitgaan dat gemiddeld mensen ongeveer evenveel verplaatsingen doen per dag, dan weten we dus dat de fietsers die meer kilometers doe gemiddeld ook langere verplaatsingen doen. De onderstaande grafieken werden aangemaakt vanuit het tabelrapport, want het analyserapport gaat slechts summier in op fietsers.
Om nu te weten welke bijdrage deze fietsers leveren aan het milieu en de het oplossen van de filedruk (we maken even abstractie van waar die fietsers fietsen, dat is ook niet opgenomen in de studie), kunnen we het relatieve aantal fietsers vermenigvuldigen met hun afgelegd aantal kilometers.
Dat geeft deze grafiek als resultaat (we laten de kolom met 40+ km fietsers even weg in het vermoeden dat het hier vooral om recreatief gebruik gaat):
Ondanks dat het aantal fietsers daalt naarmate ze meer afstand afleggen, daalt hun impact niet. Hun minder groot aantal wordt met andere woorden ruimschoots gecompenseerd door hun hoger aantal afgelegde kilometers. Tevens is goed te zien wat een verdere doorbraak van de elektrische fiets zou kunnen betekenen: doordat de gebruikers veelal meer afstand afleggen per dag hebben ze een veel hoger potentiële impact op het totaalplaatje.
Conclusie
De aangehaalde getallen zijn weliswaar juist, maar de interpretatie ervan is op zijn minst gezegd dubieus te noemen. Als we kijken naar milieuimpact lijkt focussen op korte fietsverplaatsingen zeker niet noodzakelijk de meest interessante piste. Zeker omdat de groei qua korte (stadsverplaatsingen) mogelijk beperkt is: in Antwerpen, waar de verplaatsingskeuzes zijn opgenomen in de jaarlijkse mobiliteitsbarometers, zou 37% van alle binnenstedelijke verplaatsingen gebeuren met de fiets. De stad met de hoogste modal split, Assen in Nederland haalt 60% maar is met 70 000 inwoners aanzienlijk kleiner dan Antwerpen. Het lijkt dan ook aannemelijk dat er ergens tussen 50 en 60% een limiet is, waardoor de potentiële groei rond de 30% zal liggen.
Ondertussen is de infrastructuur om langere afstanden te faciliteren nog volop in opbouw en parallel daaraan is er een explosieve groei aan elektrische fietsen en weten we dat lange verplaatsingen veel impact hebben. Reden genoeg dus om de conclusies van deze column in vraag te stellen.
26 januari 2017
Verslag TLRH2016
Gefacineerd door lange afstand fiets events zoals de Transcontinental Race, organiseerde ik in 2015 voor de eerste keer The Long Race Home voor een aantal vrienden: een fietsevent waarbij de deelnemers ongeveer 400 kilometer op 24 uur moesten afleggen langs een aantal controlepunten. In tegenstelling tot moderne fietswedstrijden, is er geen enkele vorm van ondersteuning: eten, rusten, reparaties en navigatie maken allemaal deel uit van de uitdaging. Van de 8 starters in 2015 kwamen er 6 aan binnen de 24 uur.
Dit is mijn verhaal van de editie van 2016:
7 oktober 14:00
Vandaag is de dag dat voor de tweede keer The Long Race Home, of TLRH plaats vindt. Na de geslaagde test vorig jaar trachtten we dit jaar wat meer mensen aan te trekken. Dat ging goed tot enkele weken voor de start waarna de ene afmelding na de andere in de mailbus viel. Als resultaat bestaat het beperkte deelnemersveld nu uit 13 man en een vrouw, waarvan het grootste deel veteranen zijn. Omdat ik het leuk vind, rijd ik zelf ook mee, maar enige voorbereidingstijd is er nog niet geweest. Tijd dus om een route te maken, banden op te pompen en een fietsbroek te zoeken.
Mijn voorbereiding bestond dit jaar uit één keer naar een vergadering in Geraardsbergen fietsen en op elke helling die ik sinds juli passeerde uit het zadel te klimmen. Met gemiddeld net geen 20 km per dag over de laatste 3 maanden, niet echt een zware voorbereiding dus. Mijn fiets is ook in woon-werk staat, zij het dat ik een zadeltas kocht en daardoor dit jaar de eerder zware Tubus voordrager kan thuislaten. Bekende gebreken aan de fiets zijn: versleten stuurlint, geen licht bij lage snelheden, geen standlicht, en een ketting die vorig jaar al deelnam en sindsdien 250 keer van en naar het werk is gefietst. Volledig klaar voor de strijd dus.
Na te controleren of de gps de gpx-bestanden correct vindt en benoemdt, pomp ik de banden nog even bij en rijd naar het afspraakpunt. De strategie is simpel: sneller fietsen dan vorig jaar is gezien de training, of het gebrek daaraan, utopisch, dus moet de stoptijd drastisch naar beneden. Daartoe heb ik nu een iets betere mix van eten mee, hoop ik, en neem ik me voor om enkel te rusten als ik rust nodig heb. Dat zou wel eens sneller kunnen zijn dan gehoopt want na een nachtje website prutsen heb ik al moeite om niet in slaap te vallen terwijl ik mijn route maak.
7 oktober 21:10
- De deelnemers, juist voor de start.
Het transport liep vlot, iedereen staat klaar aan het station van Charleroi-Zuid. Sommige weten wat ze gaan doen, andere vragen zich af waar ze zijn aan begonnen. Als we doorrijden blijkt alvast dat geen van de andere de warrige situatie aan het station zelf goed heeft bekeken. In groep rijden de anderen onmiddellijk naar een hoek van het plein waarvan ik weet dat je er niet weg kan. Dat bevestigd zien en de wetenschap dat ik inmiddels wel vertrokken ben, geeft de adrenaline boost om het tempo op te trekken. In de komende minuten zie ik nog af en toe een deelnemer kruisen of afslaan, maar al gauw wordt het rustig en is het enige geluid het zalige zoemen van een fiets in de nacht. Al is er af en toe een bijgeluid dat mij er doet aan denken dat ik misschien beter ook de ketting had gesmeerd, damn!
Af en toe zie ik Stijn die blijkbaar bijna dezelfde route volgt. Mijn fiets lijkt iets minder weerstand te hebben waardoor ik bij het afdalen iets wegrijd wat Stijn compenseert tijdens het klimmen. Ik probeer wat actiefoto's te nemen, maar het is aardedonker en de fluo spullen helpen niet om een goed resultaat te krijgen. De dorpjes waar we doorkomen zijn verbazingwekkend mooi en nog vrij levendig, maar de bidons zijn nog goed vol dus ik besluit niet te stoppen als het niet moet.
Vrij plots sta ik voor een slagboom, waarna de weg onverhard verder gaat. De weg leidt het bos in en ligt er goed bij, dit is leuk! Met een stevige vaart knerp ik door het bos, om weldra in de verte een knipperend rood lichtje te bespeuren dat ik snel nader. Het blijkt Arjan te zijn die zich met goede moed maar beperkte verlichting een weg aan het zoeken is. Ik wil aanbieden om in mijn lichtbundel te fietsen, maar hij slaat net af. Bovendien blijkt ons snelheidsverschil zo groot dat ik hem letterlijk voorbij vlieg. Enkele minuten later draai ik een hoofdweg op en wordt het terug stil. Arjan komt wat later op dezelfde baan terecht en ook Stijn bevindt zich niet ver van mij. Het tempo is moeilijk te evalueren: de wind en de helling zijn in het donker moeilijk in te schatten en de gps geeft snelheden aan tussen 16 en 50 km/u, geen idee dus of ik in mijn normale snelheidsbereik zit, maar het voelt niet slecht, dus geen vuiltje aan de lucht.
In het grensgebied met Frankrijk gaan we nog eens offroad om vervolgens knal op een mooi verlicht kasteel te botsen en direct erna de stille dorpskern van Givet te passeren. De klim naar Croix Scaille is zo lang en donker dat ik alle gevoel voor afstand of snelheid begin te verliezen, enkel de gps geeft aan dat ik effectief beweeg. De Milleniumtoren aan het checkpoint is zo gehuld in duisternis dat ik moeite heb met de contouren zelfs maar te onderscheiden. Desondanks is het hier best druk: bijna alle veteranen zijn hier en ik zie nog net Jurriaan vertrekken. Frederik en Dimitiri, Pieter en Ellen en Arjan zitten een eind achter ons en ik hoor dat Robin al terug vertrokken is.
In de twee minuten dat ik stilsta krijg ik het ijzig koud, ik heb enkel nog een regenjas als extra kleding en besef dat bij deze temperaturen ik deze nacht niet zal mogen stilstaan. Ik neem snel een foto (waar niets op te zien is) en draai terug de weg op. Nog 7 uur voor zonsopgang en een redelijke kans op een wat hogere temperatuur, zien of ik dat aankan zonder bijkomende stops.
Onderweg naar Bastogne doe ik wat organisator taken, waardoor ik tijd verlies. Maar globaal blijft het tempo goed, de klimmetjes stellen eisen aan mijn ongetrainde benen en ik voel wat pijn in mijn knieën opkomen, maar niets onverwacht dus zet ik door. Ik krijg gezelschap van Stijn die zijn gps niet blijkt te kunnen opladen in een leesbare positie en tijdens het laden dan maar naast me komt rijden. In Bastogne rammel ik van de honger en is mijn water bijna op, maar alles is gesloten. We stoppen even in het KBC kantoor waar ik Aldi-couscous verorber en na een klein kwartiertje zijn we terug op weg naar Ouren.
8 oktober 6:30
De eerste aanwijzingen van een nakende zonsopgang tekenen zich af aan de hemel. Het landschap, dat heel de nacht pikzwart was, begint zich af te tekenen gehuld in nevel slierten. Stijn en ik genieten van de prachtige zichten en de complete kalmte die er rust in dit gebied op dit uur terwijl we aan een stevige vaart afdalen naar Ouren. Geen video of foto kan dit gevoel vatten: die frisse wind, dat ontwakend landschap en als enige beweging twee vermoeide fietsers die langs de weg omlaag suizen, recht naar het drie landenpunt waar geen zinnige toerist op dit uur zou gaan naar kijken. Alles druipt van de dauw, in het dorp brand hier en daar een lampje maar op de postbode na is er geen teken van leven. Zalig.
Stijns gps is inmiddels geladen en hij heeft nog eten. Ik niet, bovendien is het nog koud, dus rijd ik onmiddellijk verder. Die kou is de beste ondersteuning voor mijn "geen stops" strategie die er is, ik zit inmiddels aan 190 km met slechts één significante stop. Een goed halfuurtje later zie ik echter een uitgebreide bakkerij en trakteer mezelf op croissants, broodjes en een ice-tea. Bij het tankstation ernaast vul ik water bij, hopelijk is het kraantje dat er staat wel degelijk drinkwater.
Het begint te miezeren, de Luxemburgers zijn geen fietsliefhebbers en mijn route loopt over grote wegen, de fun is er even af. Maar al snel doen de croissants hun werk en van zodra de wegen terug wat rustiger worden komt er terug wat animo in de motor. Ik ontmoet Jurriaan die blijkbaar wat zwaardere regen te verwerken kreeg. Hij nam de Vehnbahn en had dus minder klimwerk maar meer kilometers onder de wielen. Ondanks het feit dat hij de route tot hiertoe "best wel pittig" vond, reed hij fluks van me weg, wat gezien zijn staat van dienst natuurlijk geen verbazing hoeft te wekken. Wat wel verbazingwekkend was, was dat ik nog steeds op positie vier rondwaarde: alle toch iets beter getrainde helden van vorig jaar reden achter me, met uitzondering van Stijn die blijkbaar sneller had gegeten dan ik en inmiddels een 20-tal minuten voor me zat.
In mijn hoofd bestond dit deel van de route uit een paar valleitjes oversteken om vervolgens rustig richting CP3 af te dalen. Dat bleek een misrekening: mijn route sneed dwars op elke vallei en het bleef maar op en neer gaan. Mijn knieën begonnen last te ondervinden van de wrijving van het staand klimmen en mijn polsen waren niet blij dat ik mijn handschoentjes niet meer vond. Omdat ook het suikerniveau nu in vrije val was, maakte ik een voedingsstop aan een willekeurige delhaize en gaf mijn lijf even de tijd om het suikerniveau terug te stabiliseren.
- De fiets en CP3. Het eerste controlepunt waar er voldoende licht was voor een goede foto.
CP3 diende zich daarna snel aan en zoals verwacht was de verplichte helling best wel steil. Ik besloot mijn knieën niet te martelen door hier omhoog te wroeten langs de fietsbare helling en ging te voet langs dus supersteile maar korte bypass. Snel een fotootje bij de kerk en hop, naar Holsbeek.
Ik probeerde het tempo hoog te houden, maar de fut was er wat uit. Nominaal toerental niet meer, niet minder, dat was alles wat er nog in zat. Mijn polsen zaten inmiddels in mijn regenhandschoenen te zweten, maar echt leuk vonden ze dat toch ook niet. Eens in Vlaanderen werd de toestand erger: op vele plaatsen was er een verplicht fietspad waarvan autogebruikers vinden dat je het moet gebruiken. De kwaliteit ervan is echter zo lamentabel dat pols- en nekpijn in sneltempo toenamen. Mijn brein focuste zich op het volgen van de gps en ik verloor elke zin voor oriëntatie tot ik plots aan de voet van de Chartreuzenberg stond. Fotootje en verder: vanaf dit punt tot in Duffel ontbreekt opnieuw elk gevoel van oriëntatie: de route blijft verziekt worden door rotte fietspaden. Honger slaat opnieuw toe, maar ik wil geen tijd verliezen en mijn dochter nog in bed kunnen leggen dus zet ik door.
- Mezelf ter hoogte van de brug van Duffel, betrapt door een supporter.
In Duffel wijk ik af van wat volgens brouter de kortste route is en kies voor de mij bekende fietsostrade Mechelen-Antwerpen. Hoe ik het deed weet ik niet, maar mijn besluit om daarop even snel te rijden als normaal bleek te zorgen voor een boeiende tweede adem en met 390 km in de benen werkte ik de laatste 15 km af tegen een stevig tempo. Later zou blijken dat ik zelfs een PR reed op een strava segmentje hier. Voor het eerst sinds lang ging de snelheid weer regelmatig boven de dertig en in de Deurnestraat, vlakbij de finish tikte ik nog even de 40 aan. Pols en nek protesteerden plots niet meer en ook de knieën hadden het dankzij het hoog toerental en de hogere dagtemperatuur duidelijk wat makkelijker.
8 oktober 19u43
Bam! Ik ben er. Bijna anderhalf uur sneller dan vorige keer. 406 km sinds de start 22.5 uur geleden. Pijnlijke knieën, een stijve nek en zeurende polsen, allen overigens de volgende dag al bijna verdwenen. Eerst een praatje maken met Stijn en Jurriaan die nog nagenieten met een pintje. Robin is helaas alweer vertrokken, maar wat een impressionante rit!
Daarna wordt het tijd om de ontbrekende deelnemers te lokaliseren. Eerst is er even onduidelijkheid maar Frederik en Dimitri blijken de handdoek in de ring te hebben gegooid in Luik, toch dik voorbij het 200km punt. Wim, Hendrik, Hannes en Kristof blijken elkaar te hebben gevonden en zetten, ondanks de onhaalbare tijdslimiet van 24 uur door. Om 22u30 komen zo alle finishers aan. Tijd voor mij om af te ronden en een beetje bij te slapen.
Komt er meer? Misschien wel, ...
19 januari 2017
Doorstart
Deze blog heeft lang stilgelegen. Het leek alsof ons thuis leven onvoldoende interessant was om nog over te schrijven. 2017 brengt echter nieuwe avonturen met zich mee en we hebben heel ervaringen opgedaan waar sommige mensen interesse in hebben. Vanaf nu dan ook terug regelmatig een bericht, niet meer enkel over reizen in verre landen, maar wel over duurzame keuzes, kinderen en af en toe misschien een kleine frustratie verwerking. (en misschien nog wel een buitenlands avontuur in de tweede helft van het jaar.)
30 november 2012
De toespraak van José Mujica in Rio
De Uruguayaanse president José Mujica gaf op de recente klimaattop in Rio een speech die nu de wereld rondgaat omdat het een zeldzame vorm is van zelfrelativering en kritisch inzicht is, tussen het management gebrabbel dat de meeste politiekers eruit gooien.
Naast het gebrabbel over indexsprongen en opcentiemen is dit een welkome afwisseling:
To all of the authorities present here, from every latitude and organization, thank you very much. I want to thank the people of Brazil and Mrs. President, Dilma Rousseff. Thank you all for the good faith undoubtedly expressed by all of the speakers that preceded me.
We hereby express our innermost will as rulers, to adhere to all the agreements our wretched humanity, may chance to subscribe.
Notwithstanding, let us take this opportunity to ask some questions out loud. All afternoon long, we have been talking about sustainable development, about rescuing the masses from the claws of poverty.
What is it that flutters within our minds? Is it the model of development and consumption, which is shaped after that of affluent societies? I ask this question: what would happen to this planet if the people of India had the same number of cars per family as the Germans? How much oxygen would there be left for us to breathe? More clearly: Does the world today have the material elements to enable 7 or 8 billion people to enjoy the same level of consumption and squandering as the most affluent Western societies? WIll that ever be possible? Or will we have to start a different type of discussion one day? Because we have created this civilization in which we live: the progeny of the market, of the competition, which has begotten prodigious and explosive material progress. But the market economy has created market societies. And it has given us this globalization, which means being aware of the whole planet.
Are we ruling over globalization or is globalization ruling over us? Is it possible to speak of solidarity and of “being all together” in an economy based on ruthless competition? How far does our fraternity go?
I am not saying any of to undermine the importance of this event. On the contrary, the challenge ahead of us is of a colossal magnitude and the great crisis is not an ecological crisis, but rather a political one.
Today, man does not govern the forces he has unleashed, but rather, it is these forces that govern man; and life. Because we do not come into this planet simply to develop, just like that, indiscriminately. We come into this planet to be happy. Because life is short and it slips away from us. And no material belonging is worth as much as life, and this is fundamental.But if life is going to slip through my fingers, working and over-working in order to be able to consume more, and the consumer society is the engine-because ultimately, if consumption is paralyzed, the economy stops, and if you stop economy, the ghost of stagnation appears for each one of us, but it is this hyper-consumption that is harming the planet. And this hyper-consumption needs to be generated, making things that have a short useful life, in order to sell a lot. Thus, a light bulb cannot last longer than 1000 hours. But there are light bulbs that last 100,000 hours! But these cannot be manufactured, because the problem is the market, because we have to work and we have to sustain a civilization of “use and discard”, and so, we are trapped in a vicious cycle. These are problems of a political nature, which are showing us that it’s time to start fighting for a different culture.
I’m not talking about returning to the days of the caveman, or erecting a “monument to backwardness.” But we cannot continue like this, indefinitely, being ruled by the market, on the contrary, we have to rule over the market.
This is why I say, in my humble way of thinking, that the problem we are facing is political. The old thinkers. Epicurus, Seneca and even the Aymara put it this way, a poor person is not someone who has little but one who needs infinitely more, and more and more.” This is a cultural issue.
So I salute the efforts and agreements being made. And I will adhere to them, as a ruler. I know some things I’m saying are not easy to digest. But we must realize that the water crisis and the aggression to the environment is not the cause. The cause is the model of civilization that we have created. And the thing we have to re-examine is our way of life.
I belong to a small country well endowed with natural resources for life. In my country, there are a bit more than 3 million people. But there are about 13 million cows, some of the best in the world. And about 8 or 10 million excellent sheep. My country is an exporter of food, dairy, meat. It is a low-relief plain and almost 90% of the land is fertile.
My fellow workers, fought hard for the 8 hour workday. And now they are making that 6 hours. But the person who works 6 hours, gets two jobs, therefore, he works longer than before. But why? Because he needs to make monthly payments for: the motorcycle, the car, more and more payments, and when he’s done with that, he realizes he is a rheumatic old man, like me, and his life is already over.
And one asks this question: is this the fate of human life? These things I say are very basic: development cannot go against happiness. It has to work in favor of human happiness, of love on Earth, human relationships, caring for children, having friends, having our basic needs covered. Precisely because this is the most precious treasure we have; happiness. When we fight for the environment, we must remember that the essential element of the environment is called human happiness.
Naast het gebrabbel over indexsprongen en opcentiemen is dit een welkome afwisseling:
To all of the authorities present here, from every latitude and organization, thank you very much. I want to thank the people of Brazil and Mrs. President, Dilma Rousseff. Thank you all for the good faith undoubtedly expressed by all of the speakers that preceded me.
We hereby express our innermost will as rulers, to adhere to all the agreements our wretched humanity, may chance to subscribe.
Notwithstanding, let us take this opportunity to ask some questions out loud. All afternoon long, we have been talking about sustainable development, about rescuing the masses from the claws of poverty.
What is it that flutters within our minds? Is it the model of development and consumption, which is shaped after that of affluent societies? I ask this question: what would happen to this planet if the people of India had the same number of cars per family as the Germans? How much oxygen would there be left for us to breathe? More clearly: Does the world today have the material elements to enable 7 or 8 billion people to enjoy the same level of consumption and squandering as the most affluent Western societies? WIll that ever be possible? Or will we have to start a different type of discussion one day? Because we have created this civilization in which we live: the progeny of the market, of the competition, which has begotten prodigious and explosive material progress. But the market economy has created market societies. And it has given us this globalization, which means being aware of the whole planet.
Are we ruling over globalization or is globalization ruling over us? Is it possible to speak of solidarity and of “being all together” in an economy based on ruthless competition? How far does our fraternity go?
I am not saying any of to undermine the importance of this event. On the contrary, the challenge ahead of us is of a colossal magnitude and the great crisis is not an ecological crisis, but rather a political one.
Today, man does not govern the forces he has unleashed, but rather, it is these forces that govern man; and life. Because we do not come into this planet simply to develop, just like that, indiscriminately. We come into this planet to be happy. Because life is short and it slips away from us. And no material belonging is worth as much as life, and this is fundamental.But if life is going to slip through my fingers, working and over-working in order to be able to consume more, and the consumer society is the engine-because ultimately, if consumption is paralyzed, the economy stops, and if you stop economy, the ghost of stagnation appears for each one of us, but it is this hyper-consumption that is harming the planet. And this hyper-consumption needs to be generated, making things that have a short useful life, in order to sell a lot. Thus, a light bulb cannot last longer than 1000 hours. But there are light bulbs that last 100,000 hours! But these cannot be manufactured, because the problem is the market, because we have to work and we have to sustain a civilization of “use and discard”, and so, we are trapped in a vicious cycle. These are problems of a political nature, which are showing us that it’s time to start fighting for a different culture.
I’m not talking about returning to the days of the caveman, or erecting a “monument to backwardness.” But we cannot continue like this, indefinitely, being ruled by the market, on the contrary, we have to rule over the market.
This is why I say, in my humble way of thinking, that the problem we are facing is political. The old thinkers. Epicurus, Seneca and even the Aymara put it this way, a poor person is not someone who has little but one who needs infinitely more, and more and more.” This is a cultural issue.
So I salute the efforts and agreements being made. And I will adhere to them, as a ruler. I know some things I’m saying are not easy to digest. But we must realize that the water crisis and the aggression to the environment is not the cause. The cause is the model of civilization that we have created. And the thing we have to re-examine is our way of life.
I belong to a small country well endowed with natural resources for life. In my country, there are a bit more than 3 million people. But there are about 13 million cows, some of the best in the world. And about 8 or 10 million excellent sheep. My country is an exporter of food, dairy, meat. It is a low-relief plain and almost 90% of the land is fertile.
My fellow workers, fought hard for the 8 hour workday. And now they are making that 6 hours. But the person who works 6 hours, gets two jobs, therefore, he works longer than before. But why? Because he needs to make monthly payments for: the motorcycle, the car, more and more payments, and when he’s done with that, he realizes he is a rheumatic old man, like me, and his life is already over.
And one asks this question: is this the fate of human life? These things I say are very basic: development cannot go against happiness. It has to work in favor of human happiness, of love on Earth, human relationships, caring for children, having friends, having our basic needs covered. Precisely because this is the most precious treasure we have; happiness. When we fight for the environment, we must remember that the essential element of the environment is called human happiness.
18 oktober 2012
27 september 2012
8 februari 2012
Dakwerken
Skivakantie!
We zijn er even uit geweest, naar het Oostenrijkse Lech. Het was er koud, maar er lag een pak sneeuw. Soms scheen de zon, soms niet, en als ze niet scheen was de koude indrukwekkend (maar niets dat een goeie jas niet kan oplossen).
Ondertussen werd het dak afgewerkt en begon onze bouwwerken-aannemer aan het plaatsen van de poutrels. Er komen er twee: eentje tussen de toekomstige eetkamer en de keuken, zodat de deuropening kan verplaatst worden en eentje op de eerste verdieping waardoor het vroegere raam bruikbaar wordt als deur naar onze nieuwe aanbouw. De werken verlopen, ondanks het vriesweer vlotjes, de definitieve vormen beginnen stillaan zichtbaar te worden.
Onze oude pannen bleken gegeerd door iemand die zijn tuinhuis graag wilde bedekken, dus als alles goed gaat worden die gratis en voor niks opgehaald. Ondertussen moeten we dit weekend verhuizen, want de eigenares van ons tijdelijke stulpje komt terug en ons huis is nog lang niet klaar. Vanaf volgende week wonen we dus weerom voor enkele maanden op een andere locatie in Berchem (voorlopig is het district de enige constante in onze woningkeuze).
Daarna voeren we dan het afval af dat is overgebleven en kunnen we aan de isolatie werken van de voorgevel beginnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)