7 maart 2019

Isoleren, brengt dat nu uiteindelijk iets op?

Het is inmiddels enkele jaren geleden dat we verbouwden en recent heb ik mij eens bezig gehouden met wat cijfertjes over ons verbruik.

Waarover praten we?

Ons huis is een oud rijhuis met een grond oppervlakte (na verbouwing) van 65m² en een bewoonbare oppervlakte van ongeveer 170m². We isoleerden langs de binnenkant alle buitenmuren, het dak en de vloer. De opbouw van alle delen verschilt wat, maar gemiddeld bestaan de wanden uit:
  • dak: +/-30cm cellulose vlokken
  • buitenmuren: +/-19cm cellulose vlokken
  • vloer: +/- 10 cm cellulose vlokken (50% onderkelderd)
 De ramen hebben moderne hout-aluminium profielen en het glas is driedubbel met een lambda-waarde van 0,7kWh/Km², maar geen thermische afstandshouders. De ventilatie wordt verzorgd door een Paul Novus 300 die ongeveer 180m³ per huur ververst en uitgerust is met een enthalpiewisselaar. Luchtdichtheid werd nooit getest in afgewerkte staat, maar na de belangrijkste luchtdichtingswerken maten we 0,68 luchtverversingen per uur als gemiddelde. In de praktijk zal het iets slechter zijn denk ik, want het kelderluik is op dit moment verre van luchtdicht.

De verwarming gebeurt met simpele radiatoren en een lichte condenserende combiketel van Junkers. Allemaal erg standaard behalve dat een experimentele zelflerende functie in de thermostaat aanstaat die, naar we vermoeden, de efficiëntie sterk verbeterd. (Deze functie schat op basis van de vorige dagen en de snelheid waarmee 's nachts de temperatuur daalt in wanneer er best gestart wordt met stoken zodat op het gewenste uur de gewenste temperatuur behaalt is. Hierdoor kan het stookgedrag beter worden afgestemd op de warmtevraag).

Hoe voelt dat?  

Voor we de cijfers erbij halen even stilstaan bij het gevoel, want los van de cijfers is er wel een enorm verschil met "gewone" huizen. Om te beginnen is de temperatuur relatief laag omdat er nauwelijks koude straling is: met 20 graden op de thermostaat vinden we het hier aangenaam om stil te zitten en 's ochtends volstaat 19 graden eigenlijk prima.

Meest opvallende voor bezoekers is de spreiding van de temperatuur over het huis: het is letterlijk overal bijna even warm: de gang, de toiletten, de zolder alle plekken die klassiek fris of zelfs koud zijn, voelen bijna even warm als de verwarmde ruimtes. Het is dan ook even wennen aan een slaapkamer waar het meestal rond de 19 graden is.

Minder voelbaar maar behoorlijk indrukwekkend is de temperatuur stabiliteit. De verwarming brengt het huis tussen 17 en 21 uur op 20 graden en 's morgens van 7 tot 8 op 19 graden, daarbuiten staat ze volledig uit. In de tussenseizoenen start de verwarming 's morgens niet omdat de temperatuur onvoldoende gedaald is. Enkel in periodes met sterke vorst zien we dat de temperatuur tijdens de nacht afkoelt tot 18 graden, één enkele keer haalden we 17,5°C.

Wat verbruikt dat dan nog?

Op de vier volledige jaren dat we hier inmiddels wonen is ons gasverbruik vrijwel constant gebleven op net geen 500m³ of 5000kWh per jaar. Enkele metingen tijdens de zomer laten toe om het verbruik voor warm water te schatten. Dat moet tussen de 175 en 200m³ liggen, wat consistent is met de ervaring die we hadden in huurwoningen voor we hier kwamen wonen. Dat wil zeggen dat we het huis een jaar lang verwarmd kunnen houden met 3000kWh aan gas, voor zij die liever in euro's tellen: onze maandafrekening (dus inclusief sanitair) is 24 euro voor gas waarvan het grootste deel dus vaste kosten zijn.

Om wat referentie te geven: het normale gasverbruik in Vlaanderen zou volgens de vreg het gemiddelde verwarmingsverbruik 23000kWh bedragen en het gemiddelde voor sanitair+koken  bedraagt 2300kWh. Voor een rijwoning kan je natuurlijk wel aannemen dat het verbruik voor verwarming lager zal liggen, vermoedelijk richting 12000kWh. Ons huis verbruikt dus 1/4 van een gelijkaardig huis, terwijl er een heel ander binnenklimaat heerst. Wat ons betreft: missie geslaagd!



5 september 2018

Yuba mundo - long term review

Our Yuba in touring mode in France. Is it the Unimog of the bicycle world?


Considerations

In 2011 we bought a house that needed renovating. Since we live carfree we thought about how we would be transporting stuff. While we would have most of the bigger supplies delivered, we felt it would be usefull to be able to carry bigger items like toolboxes and smaller supplies by bike.

At the time in Belgium frontloaders or bakfietsen were the thing: if you had a cargo bike it was likely to be a Gazelle Cabby, Bullit or one of the Bakfiets.nl bikes. By searching online I stumbled upon long tails, at that time represented by the Yuba Mundo V4, the Surly Big Dummy and the Kona Ute. The longtails were considerably cheaper, seemed to offer equally impressive cargo capabilities and a more sporty ride. The Bullit was the only sporty option but was significantly more expensive: the Mundo costed 799 euros, while the Bullit frameset started at 1499 euro and almost 2000 for the built up bike. So we took the gamble and ordered the Yuba Mundo V4, a GoGetter bag and the massive kickstand. The complete package was a 1000 euros.

Initial feel


The Mundo V4, currently known as the Classic, is a heavy bike at 30 kg and that is what it feels. The v-brakes that were initially installed did do the job but never felt like they had much power in reserve. We fiddled around with the seating position which proved to be somewhat of a challenge: it is not easy to find a setup that works for two people, and the saddle/handlebar distance is rather large for smaller people. However we found a setup that more or less worked and started using the bike. Initially we used it not very often: once or twice a week to transport bigger boxes or do groceries. It did the job but we were not convinced that it added much value to our fleet. It was only later on, especially since we have kids that the bike got a lot of use and proved what it really was.
The Yuba Mundo V4 in its initial configuration, we bought the bare bike so without stoker bars, cushion and sideloader boards.

Quality


The frameset costed 599 and the complete bike 799, needless to say that most of the components were low-end stuff: brandless v-brakes, a sram X5 drive train, a pretty uncomfortable and sweaty saddle and a adjustable stem that never was really stiff. We used all those components until they broke and replaced them by something better. The most important upgrade no doubt were the brakes: the v-brakes developed a kind of corrosion and about a year after purchase they were seized on the studs. We replaced them with Avid BB7 disc brakes and since then braking hard feels like slamming into a wall (ok, that might be a bit of an exaggeration).

The frame is rough: its not the most elegant thing nor are the welds especially beautiful. But it is strong, really strong. Yuba claims it can handle 200kg of cargo plus the rider and I'm pretty sure I have indeed carried that weight a few times without having anything bent or deform. Needless to say though that at that weight the bike, while being rideable, no longer feels very stiff or nimble.

The wheels are 48-spoke 26 inch wheels and just like the frame they do not win any beauty competition nor are they lightweight. But they are plenty strong: I have never adjusted spoke tension and they are still 100% true. Last summer I rode down a gentle stair (luie trap) with cargo and kid, so probably around 170 kg of complete bike weight, I felt comfortable doing so, and the wheels nor the frame gave any indication that this might be pushing it.

The same goes for the kickstand which is, as you can imagine, a very very important thing if you have two kids on the back of your longtail: it's reliable, it's strong and it does what it is supposed to do even on somewhat uneven terrain.

I think overall this is one of the things that we are most pleased about: the Mundo was a cheap bike and the normal components needed replacement as was to be expected, but anything specific on the bike, that makes it into what it is, is just superstrong and has never let us down. We did give it a hard time at times: with 3 adults on the back, or bags of sand, rough terrain, stairs, rocks, ... The parts that take the load are just up for the task.

Cargo possibilities


Unlike a frontloader a long tail does not have a flat loading surface. That is its main disadvantage in the cargo departement. With straps you can attach almost anything to the carrier or the sideloaders, but it is just not as easy as a frontloader.

The Yuba GoGetter bags are Yuba-strong (and heavy) but we only have one. This means that if you fill the bag, the bike is out of balance. At times this has been a real disadvantage, and getting a second bag is on our to do list. (But is not urgent as in most cases we fill the bag with groceries and put 12 litres of milk on the opposing sideloader, thus bringing balance to the universe.)

Yuba also advertises the towing capabilities. We do not have the towing tray, but have attached bikes to the sideloaders to tow them. This works quite well IF the bike you are towing does not have mudguards. If it does, you are very likely to mess them up when going over bumps. If you really want to tow bikes on a regular basis I suggest fastening one or two front hubs onto the sideloaders so you can mount the fork of the towed bike to the sideloader: this method is far less likely to cause any damage. 
Surly Big Dummy with a double towing hitch, as seen in the facebook group Cargobike republic. (join the group if you want to see the coolest cargobikes out there)

As a kids carrier


We used our Mundo with one Yepp mini, with one Yepp-maxi, with a mini and a maxi, a mini and two maxis (as a test) and two maxi's. The big advantage over a normal bike is that the strong frame of the Mundo eats the weight of two toddlers for breakfast: it never wobbles and you can throw it trough corners like you would with a loaded touring bike.

That being said: the Mundo has one serious drawback and that is its 26 inch rear wheel, which determines the minimum height of the carrier and thus the childseats. It puts the center of gravity quite high. That is no problem riding it, but if you are walking next to the bike with the kids in it, you feel that it is unstable and once you loose balance it is impossible to correct it. I've had that happen on me a few times with cargo which is not so much of a problem, but it also happened once with two kids in it and that was no fun (yes, we ended up with a broken arm, but I do not blame that entirely on the bike because there was definitely some not so smart thinking and rushing involved). However it is a serious disadvantage of the design which was later addressed with the introduction of the Spicy curry that uses a 20 inch rear wheel.

One big advantage of the Mundo over almost any other design is that the high mounting position of the child seat allows to use the sideloaders with the seats in place. You can even fit a GoGetter bag under them, although that is not ideal (the feet of the childseats are in the bag so you can not use the lid anymore. We toured France with two North Face duffel bags strapped to the sideloaders, and a 20 liter backpack in the breadbasket: that is 120 liters of cargo space, while carrying two kids and we could even have taken more. While touring the frame and wheels proved itself to be reliable and on descends I chickened out at 53 kph,  more because I feared the brakes would overheat than because the bike couldn't handle it. (the combined weight of bike, cargo, rider and kids was between 170 and 200 kg's)

Yuba mundo, with a christmas tree, GoGeter bag and Yepp Maxi seat. If you can strap it down, you can take it with you.

Transporting the thing


The Mundo is shorter than a tandem but longer than a normal bike. You can take it on Belgian trains but it does not fit the small bike compartment in the locomotive were bikes should be hung vertically (the ceiling is to low, I've tried :-)). We have never had any problems with that and were always allowed to put the bike in the corridor  if there wasn't a designated bicycle area in the train. It can probably fit on the back of a car if the wheel supports go out far enough. We have never tried that, but have had it in a truck and in a trailer and being so strong you never feel uncomfortable to use straps to fasten the bike in position.

Pros


  • Capable of carrying 2 kids comfortably and still carry a serious amount of cargo.
  • Superstrong frame and wheels.
  • Budget friendly cargo bike.
  • Can handle light offroad work without any problem.
  • The design is a flexible platform: you can add racks/boxes/seats and bags to adjust the bike to your current needs.

Cons


  • High center of gravity if you use childseats on the carrier.
  • Low-end components
  • Frame tends to be quite long for smaller people (effective top tube length)
  • No flat cargo area or big box.

12 december 2017

Tijd tekort

Er is tijd te weinig om alle verhalen en bedenkingen neer te pennen en zo lijkt het wel alsof we van de aardbol verdwenen zijn. Vandaar ditmaal een fotografische update in volle vaart door de tijd.
Wat was er nu uiteindelijk te zien op de top in de Grampians? Dit dus..

Nadien deden we een weekend tripje naar het Mornington peninsula, de oostelijke landtong die de baai afsluit. Vooral bekent als tripbestemming voor de gegoede Melbournaar en historisch belangrijk omdat verschillende dorpen er relatief vroeg werden gesticht. Dit is de jachthaven van Mornington zelf, waar verder niet zo heel veel te zien was.

De top van de landtong bezochten we de tweede dag en is zoals te zien best wel mooi. Wie goed zoekt ziet Margo overigens staan. De dag verliep wel anders dan gepland want de batterij van de auto bleek er geen zin meer in te hebben en na de dag ervoor al met startkabels aan de slag te zijn gegaan, was een drastischere oplossing noodzakelijk.

Tijdens de week hielden we ons bezig met kleinere uitstapjes naar de zoo, museums en het strand. De temperaturen fluctueerden nogal hard, maar op sommige dagen was het echt strandweer. Hier A in de Zoo, in een inleefpaviljoen voor kinderen.

Tussen al dat mooie weer door, was er ook een weekend met naar verwachting de hoogste regenval sinds jaren. Dat bleek achteraf wel mee te vallen, maar met 200mm op 72 uur was het toch een stevig weekendje. Om niet van het spektakel te missen ging ik met de meisjes naar de nabij gelegen kreek, en we hadden het geluk één van de hevigste stortbuien mee te maken. L kon haar pret niet op in haar regenpak en bekijkt hier met veel interesse een net ontstane fontein uit een inspectieput van de regenwaterriolering.

Zeilles heeft het voordeel dat je de stad kan zien vanuit een unieke hoek. Deze boten voeren mee in de wekelijkse Twilight race, waar ik enkele keren als crewlid heb met meegedaan. Door enkele navigatie blunders was het resultaat deze keer bedroevend, maar het uitzicht....
Ons laatste weekend in Melbourne gingen we met Pippa mee naar Point Leo, een surferspot aan de zuidkant van het Mornington peninsula. Ietwat sceptisch vertrokken we op campingweekend met een veel te kleine tent en toch wel een zekere blankenberghe verwachting. Qua kampeerervaring was het inderdaad niet ideaal, maar op de kampeerplek na bleek er vrijwel niets te zijn en vanop het strand zag je maar heel beperkt dat er verderop menselijke activiteit was. Erg druk was het bovendien ook niet, dus dat leverde leuke fotos op. Hier speelt A met haar emmertje in de achtergebleven poelen bij eb.
En binnenkort, het eerste nieuws uit het land van de Thai!

21 november 2017

The Grampians

Na Bendigo waren er een aantal opties, maar uiteindelijk kozen we voor het nationaal park The Grampians. Dit keer waren we echter niet van plan om een stomme afgebakend wandeling van 3km te doen, en wat zoeken leidde ons tot een weliswaar populaire maar toch wat uitdagendere tocht van een 11-tal km. We wisten wel niet of onze wandeldrang verenigbaar zou zijn met onze dochters, maar de afkeer van wandelingen waarin niks te zien is was groot genoeg om aan de "only for fit and energetic walkers" te beginnen.
Waar A tot voor kort een afkeer had van achteraan zitten, zit ze er nu graag en slaapt ze er zelfs.
Het was de eerste dag met mooi weer in het dorpje Halls Gap en na een stevig ontbijt (uit eten gaan doe je hier best bij het ontbijt: lekker en niet te duur) vertrokken we de berg op. A was al moe dus die ging achteraan bij Margo en L wandelde zelf.
L vond het leuk, want ze had op knopje "berggeitbenen" geduwd en nu was ze dus een berggeit. (inclusief expres naast het pad een lastigere rots opklimmen en er terug afspringen om de kracht van haar berggeit benen te demonstreren)
Het pad bleek eindelijk een echt bergpad te zijn, al was er hier en daar een leuning. Het zorgde er alleszins voor dat L, die normaal het wandelen snel beu is, gemotiveerd bleek om te bewijzen dat ze het wel kon. Prima voor ons, want L dragen is ondertussen wel een klusje geworden.
De heuvels bestonden voor een groot deel uit rotsen, daartussen een droge vegetatie die anders was dan wat we eerder al zagen in Victoria. Het weer was superhelder en er waren geen andere toeristen te zien, als het zo doorging zou dit wel eens onze eerste geslaagde bergwandeling van deze reis kunnen worden.
Het pad had hier en daar wel uitgehakte treden, maar als je maar 1 meter hoog bent komt er veel arm en benen werk aan te pas.
Het pad leidde in eerste instantie naar een parking ongeveer halfweg. Tot onze grote blijdschap was er geen weg verder omhoog voor auto's. Aan de wandelaars te zien die vanop deze parking vertrokken en aankwamen waren we nu ook in een ander toeristenmilieu verzeild geraakt. De sneakers werden bergschoenen, de waterflesjes drinkzakken en zweet parelde van ieders gezicht. L werd extra gemotiveerd door het feit dat vrijwel elke wandelaar die ze zag was vertrokken aan de parking en dus 3,5 km minder had gedaan dan zij. Het was duidelijk dat er niet ging opgegeven worden voor het echt niet anders kon. Dus ging A bij mij op de buik, ze was inmiddels uitgeslapen, en wandelden we verder naar de top van een klif van waaruit de vallei waarin we logeerden zichtbaar zou moeten zijn.
Voor het bereiken van de eigenlijke top loop je door een echte kloof. Zo smal dat ik met A op mijn rug hier en daar dwars moest lopen om er door te kunnen.
Eindelijk op de top!
Naarmate we dichter bij de top kwamen veranderde het landschap naar een volledige rotswereld. De zandsteen rotsen zijn afgesleten in patronen die ik niet eerder zag, waardoor je onder andere torentjes krijgt die lijken gebarsten te zijn van de droogte in een rooster patroon. Ik moet nog eens door de fotos snuisteren op zoek naar een geslaagde foto waarop dit zichtbaar is, want de lens van mij camera heeft op onze trip problemen ontwikkeld.

Eens boven, genoten we van het uitzicht en L vond enkele Nederlanders die haar prestatie ophemelde waardoor ze zich nog superder voelde dan ze al deed. (We zullen maar eerlijk toegeven dat mama en papa ook erg trots waren, we waren immers op dat moment al 7 km ver en een goeie 470m omhoog). Het leidde er alleszins toe dat ook de afdaling nu door L zelf zou afgelegd worden.

Vormen herkennen in omgevallen bomen, L zag hier een leeuw.
De afdaling was ongeveer half zo lang als de beklimming en dus gemiddeld dubbel zo steil. Doordat ze langs de schaduwkant van de berg liep was de vegetatie helemaal anders dan de beklimming. Bovendien zagen we grote hagedissen en drollen van onzichtbare dieren. L's epische tocht duurde tot we aan het laatste sterk dalende stuk kwamen: daar waren ruwe roostertrappen die onze berggeit dan toch uiteindelijk velden. Er kwam de eenvoudige mededeling dat ze nu wel in de draagdoek wou, een verzoek dat we dan ook inwilligden zonder discussie.

Helemaal beneden werden we dan ook nog eens getrakteerd op kangoeroes bij de vleet en de goedkoopste ijsjes die we hier al vonden. Mits de juiste route en locatie zijn we dus toch nog niet zo'n slechte toeristen.
De mokerslag die de berggeit dan toch velde: afdalen op iets dat lijkt op een bbq-rooster-trap bleek iets te veel van het goede. (de treden waren ook voor mij vrij hoog)

Toch nog kangoeroes en niet enkel deze twee: het hele dorp zat er vol mee.

Afsluiten met een welverdiend ijsje!


14 november 2017

Bendigo: bewaarde glorie

Na een korte stop in een national park waar we onze gebruikelijke fout maakte om naar een plek te wandelen waar een parking bleek te liggen, trokken we verder naar Bendigo, de stad waar Margo haar veldwerk verricht.

Zichtje onderweg naar de parking op de omgeving rond het national park.
Bendigo is de tweede grootste stad van Victoria na Melbourne, maar dat wil niet zeggen dat de twee vergelijkbaar zijn. Groot Melbourne heeft een dikke 4 miljoen inwoners, Bendigo en Balarat de tweede en derde grootste steden zitten rond de 100 duizend. Beide liggen een dikke 100 km van Melbourne en bedienen dus naast hun inwoners ook de inwoners van alle dorpen in een straal van 50 km errond.

Melbourne groeide als handelspost voor landbouwgoederen en bleef lange tijd relatief klein, terwijl Bendigo (en ook Balarat) zich vooral ontwikkelde tijdens de goldrush en dus gebouwd is toen er geld was. Het leuke aan Bendigo is dat er blijkbaar ook nog steeds geld is om de boel te onderhouden en dat je dus show architectuur van midden 19de eeuw hebt die in gebruikt en in goede staat is. Omdat de stad vooral rijkdom moest uitstralen is er ook een centraal park en zijn de lanen opvallend breder waardoor je iets minder het gevoel hebt om op een highway te lopen.

(ook Melbourne ontwikkelde natuurlijk verder tijdens de goldrush, maar was toen vooral de opvangplek voor alle aankomende en mislukte goudzoekers. Terwijl in het binnenland zich dus rijke steden ontwikkelde op de plaatsen waar effectief goud werd gevonden, ontwikkelde er zich in Melbourne een soort vluchtelingen kamp dat groter was dan de echte stad.)

A, L en ik kuierden dan ook door de stad terwijl Margo de laatste interviews ging afnemen. De oude gebouwen zijn geconcentreerd rond het centrale park en zijn één voor één uithangsbordjes van veel geld. Alles is bovendien super proper, bijna op het onnatuurlijke af. (al zijn de Aussies sowieso al veel beter opgevoed dan de Belgen op het vlak van afval op straat gooien.)

We slenteren wat rond, bezoeken de gallerij (voor de kenners: met een tijdelijke expositie over Edith Head) en eindigen in de speeltuin, om daarna onze vorser op te pikken en koers te zetten naar onze volgende bestemming: "The Grampians".

Het Jusitiepaleis van Bendigo, gelegen in het park. De ramen aan de achterkant zijn nep (noordzijde is zonzijde) maar alle andere zijn gigantisch groot. Op het moment van constructie werd er in Australië nauwelijks glas geproduceerd: glas uit Europa geimporteerd was dan ook het uithangsbord van rijkdom.

Ook heel wat huizen weerspiegelen de grandeur van vroeger: baksteen in plaats van houdt, smeedwerk op de balkons,...


Een hotel met grandeur (helaas niet het onze ;-))

12 november 2017

Slechte toeristen

Wij zijn slechte Australië toeristen, of dat vinden we toch zelf. We begrijpen namelijk vaak niet wat er eigenlijk te zien is en hoe je dat dan best bekijkt. In het ons bekende Europa is het simpel: ga je naar een stad, dan ga je naar het centrale plein, slentert wat door de oude straatjes die daar rond liggen, loopt een museum binnen en eet 's avonds op één van de terrasjes een lokaal gerecht terwijl je de gesprekken van de locals afluistert. Ga je naar de bergen, dan slaap je in een bergdorpje van waaruit ongetwijfeld enkele paden vertrekken naar het dorpje hoger, het dorpje lager en wie weet naar een dorpje in een andere vallei, onderweg kom je een berghut tegen als het ver is en anders ben je tegen de middag alweer in een ander dorpje. Simpel dus (althans vanuit ons perspectief).

Australië is niet erg oud, en steden zijn gebouwd zonder centraal plein en in een dampoortpatroon. Op de kaart aflezen wat er interessant is, is dus al geen evidentie en het oudste gebouw dat je aantreft is zelden ouder dan onze middelbare scholen. Het wauw gevoel is dus altijd eerder beperkt. Alle straten zijn gevuld met auto's (en gek genoeg zijn de winkelstraten meestal ook de verkeersassen) dus rondslenteren is ook niet echt fun. Hoe je dus "a lovely town" bezoekt is ons nog altijd niet duidelijk. Voorlopig volharden we dus in onze slenter methodiek, waarbij het vinden van interessante locaties vaak eerder toevallig is dan gewild. (mede omdat de Aussie nogal houdt van Memorials, wat ons niet erg kan boeien).

De oude hoofdstraat van Williamstown, oorspronkelijk adminstratief centrum van de haven van Melbourne. Interessante gevels, maar veel meer dan er op deze foto te zien zijn, zijn er niet. Hoe bezoek je dan zo'n dorp?
In de bergen doen zich gelijkaardige problemen voor:

  • Er zijn geen paden van dorp naar dorp, want de dorpen liggen te ver uit elkaar en als er al een pad was vroeger, dan hebben ze er de enige weg die er is bovenop geploft.
  • Heel wat uitzichtspunten zijn gewoon attracties geworden waarbij je tot boven kan rijden en er bovenop de top dus een parking ligt en een restaurant staat. (Ja, we zijn dus verschillende keren beneden gaan parkeren om naar boven te wandelen met de top bereiken als doel om dan vast te stellen dat de Aussies massaal langs de andere kant naar boven zijn gereden. Het triomf gevoel van de top bereiken wordt daarmee nogal getemperd.)
  • Bergdorpjes hebben geen echte bestaanreden anders dan toerisme: landbouw is er genoeg naast de bergen en veel andere redenen om daar te gaan wonen zijn er niet, dus meestal bestaat het dorpje gewoon uit gebouwtjes waar je alle services voor toeristen kan vinden. 
De top van Mt Dandenong, de hoogste heuvel van de Dandenongs en volgens reisgidsen de plek om de skyline van Melbourne te bewonderen. We verwachtten dus een korte steile wandeling naar een top met obligaat metalen kruis en krakkemikkig houten bankje, maar belandden op deze parking die echt gewoon bovenop de top ligt.

Onze methodiek heeft dus behoefte aan bijschaven dachten we, tot we afgelopen week op "vakantie" gingen en voorwaar er toch in slaagden om enkele echt mooie plekken te ontdekken ondanks onze beperkte toeristvaardigheden....

5 november 2017

Vier vieren

L werd vandaag vier jaar. Voor ons gaat het verbazingwekkend snel, maar voor haar kan het niet snel genoeg gaan en moet de vooruitgang gevierd worden (niet dat ik niet zelf zo was). Met vrijwel geen vriendjes of familie in de buurt was het klassieke feestje geen optie. De postbode bracht vrijdag al wat pakjes, maar deze ochtend werden dan alle verzamelde pakjes ontdekt op de tafel. Voor één keer gingen we toch maar mee in de prinsessen obsessie EN de paars obsessie, wat zichtbaar is in de kroon en toverstok keuze. Het gele kleed was ook haar keuze, evenzo de donkere sokken. Na het uitpakken van de cadeautjes mocht er eenmalig met een (rozijnen)koffiekoek ontbeten worden.
L ontekt de verzamelde pakjes na het in gebruik nemen van de (ietwat te grote) diadeem/kroon en de magische toverstaf.
Daarna vertrokken we naar de stad voor haar grote verrassing. Hoewel ze er zelf om gevraagd had, bleek ze echt geen idee te hebben waarover het ging. Bovendien viel ze onderweg naar het centrum in slaap, waardoor Margo alvast de koets met paarse kussens kon overtuigen om even op ons te wachten. L werd wakker gemaakt en voelde zich in de zevende hemel. Zelfs de koetsier werd licht emotioneel bij het zien van zoveel paars dat bij zijn kussens en bloempjes paste. Ook A kon het vehikel met paarden wel smaken gedurende de eerste vijf minuten, daarna keerde ze terug naar haar favoriet bezigheden: schoenen uittrekken en ontsnappen. (vandaar ook de blote voeten, het kind heeft echt wel schoenen -zelfs nieuwe-).

De meisjes op de koetsierspost. Alle drie beschikken over het gen om niet simultaan in de lens te kijken en te lachen.
's Middags gingen we een hamburger eten, maar de vermoeidheid begon al toe te slaan en hoewel het was wat ze had gevraagd, at ze er nauwelijks van wegens "geen honger". Ach ja, we ontdekten alleszins enkele leuke steegjes en kwamen in een boekenwinkel terecht alwaar we eindelijk een kaart van de omgeving wisten te bemachtigen. Net op tijd, want Margo haar veldwerk is afgelopen, waardoor er wat meer flexibiliteit is om (verlengde) weekendjes in te plannen.

In de namiddag hadden we afgesproken met Thomas om taart te eten in de speeltuin. L sliep nog toen we daar aankwamen en was nog wat doezelig zich aan het realiseren waar ze was, toen ze Simon ontdekte die kwam aanlopen. De twee hebben een vreemdsoortige relatie die nog bemoeilijkt wordt door af en toe een taalprobleempje, maar L vindt het leuk om met iemand te kunnen praten en speelt op volle kracht en ook de mama van Simon zei dat ze hem al lang niet meer zo ontspannen had zien spelen.

Draaimolenpret met Simon

De taart was omhuld met chocolade. Conform met de gebruiken hier dachten we dan ook dat het ging om een cake die versiert was, maar het gewicht van het ding was verdacht hoog. Na een "in de gloria" en een kaarsuitblaassessie (zonder brandende kaarsen, want het waaide zo hard dat de fopkaarsen zelfs uit bleven), ontdekten we dan ook een vrijwel massieve brownie achtige textuur. In plaats van een taartje dat maar net groot genoeg was, hadden we nog de helft over toen we vertrokken en dat was niet omdat ze niet lekker was.

Actrice L overtreft zichzelf met deze ik-blaas-niet-brandende-kaarsjes-uit prestatie. A neemt de lepel alvast in de aanslag.

Niet lang daarna was het sop van de kool, werd er gehuild en " ik ben niet moe " geroepen en ronden we de avond af met een lichte maaltijd met wat fruit (om ons geweten te sussen) waarna iedereen als een blok (chocoladetaart) in slaap viel.

27 oktober 2017

Een brulaapje en een wandelende dinosaurus

A ontwikkelt zich hoe langer hoe meer. Motorisch leert ze razendsnel: toen we hier aan kwamen geraakte ze een trapje hoog op de meeste klimrekken, maar nu klimt ze gewoon tot boven, waar ze dan meestal in de problemen komt omdat de overgang van het rek naar het "verdiep" net iets te groot is (in dit geval letterlijk: meestal moet ze op een platform zien te geraken dat ongeveer op tepelhoogte zit).  (update: sinds vandaag kan ze ook hangen: twee handjes aan een bar en volledig gewicht eraan ruim een meter boven de grond.)

Verbaal is er echter enkel evolutie op volume vlak: herkenbare woorden blijven heel beperkt, maar als ze iets wil komt er zo'n volume uit dat je gewoon niet meer kan nadenken tot je dat volume getemperd krijgt. Het vocabularium bestaat uit ta, ti, to, pa, ma en ba, in alle denkbare combinaties en hier en daar onderbroken door een rijkelijk van speeksel voorziene brrrrr. Niet echt "ladylike".

Naast haar decibels heeft ze ook twee handjes waarmee ze mijn broek vasthoudt tot ze wordt gepakt. Je zou denken dat ze wel zal lossen als je probeert weg te komen, maar neen hoor, ze houdt vast tot ze tegen de grond gaat om vervolgens over te schakelen op de decibelmethodiek. Het is bij momenten een beetje vermoeiend.
Tarzan houdt een zeldzaam rustmoment om de situatie in zich op te nemen
Maandag zijn we naar het scienceworks museum geweest met Thomas. Het was een speciale dag voor kinderen over dinosaurussen, dus dat leek interessant. Als brave mens denk ik dan aan een eenvoudig doch educatief programma waarin zaken als, waar vinden we dino's, hoe leefden ze en waarom leven ze niet meer, aan bod komen. Dat daar al eens een masker of knutselwerkje bij komt is te verwachten.
The gang: S (met groene trui), chef L (S mag enkel op de trein als dat past in L haar verhaallijn, anders werd ie met onzachte hand van het platform verwijderd wat tot enige frustratie leidde) en "ik-ben-hier-ook-en-als-je-me-niet-ziet-dan-hoor-je-me-wel" A. (niet op de foto is O, de broer van L die zich voornamelijk bezighoudt met weglopen en eten -eigenlijk loopt ie gewoon niet weg terwijl hij eet)
Thomas en ik moesten echter toch even fronsen toen de eerste "show" bleek te bestaan uit een man in een rubberen dinosaurus die, "getraind" door twee Aussies in bushoutfit de kinderen kwam motiveren om de vogeltjesdans te doen, gevolgd door een "brul als een dinosaurus" wedstrijd en een voedermoment met een plastiek geroosterde kip.

Na die gekheid gingen we op zoek naar wat wetenschap, waar we te midden van het historische pompstation dat de kern vormt van het museum, voorwaar opnieuw een "bewaker" tegen kwam met een kleine nepdinosaurus, die je mocht aaien. Het stoomaangedreven pompstation met een maximaal pompdebiet van 471 l/s  kon maar op weinig belangstelling rekenen van onze kindermeute. (voor zij die het zich afvragen: het pompstation verpompte afvalwater in eerste instantie naar de baai en later naar de zuivering. Er stonden twee van dergelijke units, wat dus 314 000 moderne inwoners zou moeten kunnen verwerkt hebben)
S en L hadden ondanks alles toch een beetje schrik van die dinosaurus wat hen noopte tot enig fysiek contact. Lewis en S's vriendinnetje hoeven vooralsnog niet ongerust te zijn.
De echte expositie heb ik nog niet kunnen bekijken, dat is voor een volgende keer, want ondanks het gebrek aan educatief luik waren A en L rijp voor wat rust na 4 uur scienceworks.



16 oktober 2017

Thuispapa

Vooraf was het wat gokken hoe het zou lopen, dat "thuispapa" zijn. Hoe gaan de twee meisjes met elkaar om, hoe moe zou ik ervan worden en vooral "wat gaan we hele dagen doen?". Dat blijkt allemaal goed mee te vallen en voor een deel is dat zeker ook te wijten aan het feit dat de faciliteiten er echt op voorzien zijn.

In Australië start je met naar school gaan als je 5 jaar bent. Daarvoor gaan kinderen naar daycare of zijn ze thuis. Daycare is behoorlijk duur, naar onze normen zeker, maar ook de Aussies vinden het een kostelijke grap die dan ook nog eens lijkt uitgebuit te worden want je betaalt altijd, ook als er geen daycare is. (Ze betalen bijvoorbeeld door bij officiele feestdagen ook al is er dan helemaal geen daycare aanbod). Veel ouders werken dan ook deeltijds en wisselen elkaar af. L's vriendinnetje Pippa gaat bijvoorbeeld dinsdag en vrijdag naar daycare, maandag bij mama, woensdag bij oma en donderdag bij papa.

Er is wel inmiddels een 3 year old en 4 year old program, dat via die daycare centra wordt aangeboden, dat als het ware een soort voorbereinding op schoolgaan zou moeten vormen. Ook dat programma beslaat echter maar 15 uur per week dus ook dan blijven veel kinderen meerdere dagen per week thuis. Dat heeft als resultaat dat Coburg echt bezaaid is met speeltuinen. Bijna elke dag gaan we naar een nieuwe speeltuin en dankzij onze relatief grote actieradius (ouders wandelen hier hoofdzakelijk, fietsen met twee kinderen is eerder uitzonderlijk) denk ik dat we dat wel nog even kunnen volhouden. Bovendien heeft elke speeltuin een drinkfonteintje en vaak is er in het parkje errond wel ergens een toilet te vinden (dat bovendien dan ook nog proper is). Zandbakken zijn meestal voorzien van een schaduwtent, wat ook een goede zaak begint te worden. (de temperaturen beginnen nu serieus te stijgen)
ver
Onze namiddag onderbreking met fruitpap voor A en appel en koekje voor L. L gaat dan ook de beker vullen aan het drankfonteintje en voelt zich dan erg fier dat zij zorgt voor de drankbevoorrading. A is dan weer erg fier omdat ze uit de beker kan drinken en zo houden ze elkaar blij.
Omdat ouders hier ook wel eens zonder inspiratie vallen bestaat er ook iets als "playgroups". Dat zijn groepen, meestal opgezet door vrijwilligers met de hulp van één of ander ondersteuningsorgaan (gemeente, kerk, ...) waar je met je kind kan gaan spelen meestal een half dagje per week. Er zijn er verschillende, maar de Brunswick Dads playgroup was de enige waar dads in stond en is erg dichtbij, dus daar gaan we de laatste weken op donderdagvoormiddag naartoe. Het is perfect mogelijk om meerdere playgroups af te schuimen, maar voorlopig is dat half dagje voldoende.

De groep wordt gerund door een overenthousiaste Pool met de naam Jarec, die verdacht hard lijkt op onze kuisman thuis qua enthousiasme en beweginspatroon. De man vindt broodbakken erg belangrijk, dus bakt ie elke week een brood dat dan rond 11 uur door hem wordt gesneden, voorzien van een laag van bijna een halve centimeter boter en vervolgens door elk kind wordt verorberd. De Aussies zijn helemaal into wholewheat, no sugar, no fat, dus al die papa's halen dan ook snel fruit en ander gezond spul boven om Jarec zijn boterfetisch toch enigszins te compenseren. L is maar matig enthousiast over smans broodbakkunsten, maar A struint meestal de tafel af op zoek naar alle restjes die ze kan vinden. Vermits A op een dag in de buurt komt van een para in opleiding qua beweging, kan wat extra boter geen kwaad.

De andere papa's zijn een selectie van de echte stedelijke lefties die hier in Coburg en Brunswick rondhuppellen: ongeveer 50/50 immigranten, veelal hoogopgeleid en ongetwijfeld met een Yes poster voor hun raam. (de Yes gaat over het homohuwelijk en is hier een beetje belachelijk aangezien hij in deze buurt gewoon aan elk huis hangt). Johnny is Amerikaan en spreekt Spaans en Japans, Juliaan is Italiaan, Dustin is aussie (maar na wat nadenken toch ook 1/8ste Italiaan) en zo verder. Ook in de groep zit Thomas, een Nederlander die hier een jaartje is omwille van het werk van zijn vrouw en die zal misschien nog wel eens opduiken in een fotoreeks.

De playgroup vindt plaats in een soort klaslokaaltje achter de kerk waar allerlei speelgoed in bakken staat dat gedeeld wordt met 2 of 3 andere playgroups die in dat zaaltje doorgaan. L is eigenlijk iets te oud, maar Thomas heeft ook een zoon die iets te oud is, dus die houden elkaar bezig. Belangrijste item voor L is overigens een paars prinsessenkleed (dat eigenlijk veel te klein is) waarmee ze onmiddelijk Elsa wordt. Dat moet aan in de eerste vijf minuten en blijft aan tot het vertrek. Ik vraag me eigenlijk af of ze wel diep kan ademen, maar goed.

A zit mooi middenin de doelgroep, maar is fysiek erg voor. Daardoor ramt ze al hollend achter haar kinderwagen al wel eens collega's die net proberen te stappen omver, maar even goed gaat ze dingen halen die de andere kindjes willen, maar nog niet kunnen gaan halen. Soms verdwijnt ze naar buiten waar ze in de kerktuin kan spelen met enkele huisjes. De papa's verspreiden zich en doen vaak "een klapke" maar houden tegelijk wel alle kinderen in het oog in hun omgeving, dus je hoeft ook niet de hele tijd achter je kind aan te hollen. Al bij al is het dus voor A en L leuke speeltijd en moet ik wat minder attent zijn.

Brood eten bij Jarec, in groep zijn A en L behoorlijk goed in elkaar beschermen en samen eten roven.

Ook musea en zoo's spelen in op de vraag naar kinderactiviteiten. In de Zoo is er zo naast een speeltuin ook een binnenspeeltuin met operatiezaal voor knuffeldieren, safari jeep reparatie deel, ... Vorige week gingen we naar het Melbourne museum, waar ook één van de permanente secties volledig voor kinderen is uitgebouwd. Het is een soort kunstwerk speeltuin waarin licht, geluid gecombineerd worden met spiegelmuren, klimnetten en blokjespoelen. Buiten is er dan ook nog een picknick zone met zandbakken en allerlei dingen die bij ons "spelaanleiding" zouden heten. Erg leuk en zowel op de zoo als op dit museum heb ik dan ook een abonnnement zodat even binnen gaan om te spelen eigenlijk geen probleem is. Binnenkort gaan we naar het wetenschapsmuseum waar volgens Thomas twee verdiepingen voorzien zijn voor kinderentertainment.

A in het Melbourne museum terwijl ze een rups probeert te ontdoen van haar voelsprieten. (de missie faalde)


30 september 2017

Dandenongs - 1000 steps walk

De Dandenongs zijn heuvels ten oosten van Melbourne. Met 633m is de hoogste top niet erg indrukwekkend, maar qua natuur is het wel makkelijk te bereiken groen vlakbij de stad. Dat vlakbij was relatief, want de 26 km kosten toch een dik halfuur met onze auto die bij het huis hoort (met een andere auto ook, behalve misschien KITT).

Links rijden was vroeger niet zo'n probleem (tijdens het liften nam E wel eens het stuur over), maar nu zijn de omstandigheden toch iets anders. Melbourne is een pak drukker dan wat we eerder meemaakten, de route was totaal onbekend dus blind gps volgen was de boodschap en waar je vroeger rustig het dashboard verkende en met twee de weg in de gaten kon houden, werden onze uren nu continu verzadigd met goedbedoeld of slechtbedoeld gegil. Op een paar vieze schakelhandelingen na (sorry, versnellingsbak) kwamen we zonder kleer scheuren in Ferntree gully, de startlocatie voor wandeling die in de Lonely Planet aangeraden werd (wat dus wil zeggen dat het er druk is en er zeker mooiere wandelingen zijn, maar we beslisten pas de avond ervoor om op uitstap te gaan, dus dat nadeel kenden we op voorhand).

De 1000 steps zijn naast een bekende LP wandeling blijkbaar ook een fitness activieit geworden, want met onze regenjassen, rugzak en gewone schoenen, vielen we nogal uit de toon tussen de lycra mensen die met waterflesje in de hand aan de klim begonnen. Je zou dan denken dat ze dat al lopend ofzo doen, maar neen, gewoon stappen is voor sommige blijkbaar al een uitdaging: regelmatig stonden mensen die ons eerder voorbij staken te hijgen aan de kant terwijl we hen terug voorbij kwamen. Belangrijke toevoeging is dat L in dit deel niet gedragen werd en we dus het tempo van een driejarige die trappen opklimt aanhielden. Boeiend was het dus alleszins.

De natuur was niet overdonderd speciaal, maar toch anders dan we gewoon zijn. 
A op verkenning. Het kleine maar dappere evenwichtsorgaantje bleek echter nog niet opgewassen tegen de eerder steile hellingen, waardoor er nogal veel gezichtslandingen waren. Ondanks verwoed protest zat ze dan ook grotendeels in de draagdoek. De overwegend aziatische bezoekers smolten echter aan de lopende band voor miss A met haar licht haar en blauwe ogen. 'What a cutie", duidelijk dat ze niet in de auto zaten toen we naar huis reden.
Bomen in het bos met een filterke (anders ziet het er wat minder spectaculair uit). In het dal waren het vooral vaarens, maar deze foto is genomen bovenop een kam en daar schieten de gumtrees kaarsrecht naar boven. Helaas niet op foto, maar wel luid en indrukwekkend zijn de hordes witte kaketoes die boven je hoofd kabaal maken.